,r
Jb -
>-
Burgemeester en Wethouders verzoeken in verband daarmede de
Raad hun machtiging te willen verleenen tot het aangaan van een
vaste of kasgeldleening.
De heer de Tos zegt reeds verschillende malen is over deze weg
geseproken» In de laatste vergadering werd den Raad mededeeling
gedaan dat hij op de hoogte £rou worden gehouden» Hij wist heele- 1
maal niet dat de weg reeds aanbesteed was»
De heer Kil vraagt hoe het komt dat niet de noodige bochtafsnij-
dingen plaats hebben, ook vindt hij de aanneemingssom hoog.
De heer Mattheussens zegt die heele geschiedenis is een misere
geworden de raad noch Burgemeester en Wethouders hebben in deze
aangelegenheid iets te vertellen gehad» Op een gegeven oogenblik
kreeg Burgemeester en Wethouders bericht dat een bespreking zou
plaats hebben» Wij wisten echter ook niets voor dat Ir» Hempenius.
kwam, het lange uitstel oorzaak is dat deze geschiedenis reeds
f» 10.000»— meer kost»
De Voorzitter zegt dat de Raad intertijd heeft besloten dat zij
een en ander aan Burgemeester en Wethouders zouden overlaten.
Wat de aanbestedingskosten betreft deze gecontroleerd zijn op de
Provinciale Griffie, en naar aanleiding daarvan toestemming tot
aanbesteding is verleend.
Hierna wórdt met algemeene stemmen besloten Burgemeester en Wet
houders te machtigen tot het sluiten van een vaste- of kasgeld-
leening,
10a, Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging verordening op de algemeene
b e graaf plaat s
b. Alsvoren tot vaststelling van een verordening op de heffing en
invordering van begraafrechten in de gemeente Ossendrecht
De Voorzitter zegt dat zooals op den oogenblik de toeatand is, er
een verordening op de algemeene begraafplaats is, naast een be
sluit betreffende begrafenisrechten»
Het is naar aanleiding van ter Provinciale Griffie gemaakte op
merkingen, betreffende de gestorte afkoopsommen, ivelke ontvangste:
niet door de gemeenterekening hebben geloopen: ook om reden dat
deze verordening geen hoogere goedkeuring heeft verkregen, dat
Burgemeester en Wethouders hebben gemeend den raad een gewijzigde
verordening ter vaststelling te moeten voorleggen.
Hierop werët beslaten worden beiden verordeningen artikelsge
wijs© voorgeleden, en behoudens enkele gemaakte aanmerkingen
aangenomen.