Be "Voorzitter zegt te kunnen mede deelen dat het hem bekend is dat binnen enkele daggen de uur ge me ester zijn ambt zal aanvaarden® Be heer de V"os wijst er de Voorzitter op dat men van de agenda af wijkt. Be heer Mattheussens kan zich met het gezegde van de heer de Vos vereenigen. De heer Kil wil iets vragen omtrent het verzendenvan een uittreksel uit de notulen van de vergadering van 27 December 193.9, inzake het behan delde over de begrooting 1940. De Voorzitter zegt dat zulks thaws behoort bij de rondvraag» De heer Mattheussens zegt zich met de voorgelegde notulen niet te kunnen vereenigen, voorwat-betref t het d.oor hem gesprokene inzake beloo-, ning waarnemend secretaris, en zag daarom gaarne het volgende toegevoegd: De Voorzitter deelt mede bij destukken aanwezig was een schrijven van den Heer Commissaris der Koningin, inzake belooning waarnemend secretaris "hij stelt voor de waarnemend secretaris volgens dit schrijven te beloonen De heer Mattheussens spreekt zijn bevreemding uit over dit voorstel dit is m afwijking met het besluit van Burgemeester en Wethouders. Immers "was er in de vergadering van Burgemeester en Wethouders besloten de Raad voor be stellen de waarnemend secretaris een vergoeding toe te kennen van f« 200.=. Het schrijven gericht aan den heer Commissaris der Koningin wijkt af van het besluit van Burgemeester en Wethouders» De heer Mattheus "sens meent dan ook het besluit van Burgemeester en Wethouders te moeten "handhaven, n.m. den waarnemend secretaris f200.= toe te kennen. De Voor "zitter verwijt de heer Mattheussens hij de ambtenaren hun rechtmatig loon "wil onthouden. De heer Mattheussens wijst dit verwijt terug en zegt de ambtenaren niets zal worden onthouden wat hun rechtmatig toekomt, zij hebben echter slechts hun plicht te doen, en zelf niet voor Burgemeester 'en Wethouders te spelen» De heer Jacobs onderschrijft ten volle het ge sprokene van den heer Mattheussens en zegt eveneens hem dat schrijven ge- "richt aan den Heer Commissaris niets bekend was. Het voorstel van Burge- meester en Wethouders in omvraag gebracht wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Jacobs, Mattheussens,Smout en de Tos." De Raad kan zich met de gemaakte opmerkingen vereenigen. Notulen van de vergadering van 6 Januari 1940. De "Voorzitter stelt voor gezien dat deze nog niet klaar zijn, deze tot de volgende vergadering aan te houden. Met algemeene stemmen wordt zulks besloten. If

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1940 | | pagina 8