O tip-p °?JleSa's van naburige gemeenten, in deze plech tige oogenblikken mijner ambtsaanvaarding, waardoor ik in uwe -nSÜ/°r geplaatst ,voel ik een zeer grooie behoefte U te ver- t .mi3°°k in Uwen kring toe te laten zoodat gij niet alleen mar zood^nnwV912!6^11 0m raad ontvankeli^k verklaren" Sr zekere bannen van gastvriendschap tusschen ons zullen ontstaan en blijven Mijne Heeren Geestelijken. Ofschoon neu geestelijk- en wereldlijk gezag hier te lande streng gescheiden de ziin dJ? L ^belangen gemeenschap. Het zal niet voldoen- t K i13 overheid geen maatregelen neemt strijdig mj^ae geesteiijke belangen, of dat de geestelijke overheid -eni S verricht welke nadeelig zijn voor het wereldlijk" ge^ag o Het zal mogelijk zijn niet ankel een negatief gevolg na te ov.,3V3rv ulj °f goede verstandhouding tusschen geestelijke b; '"'eisidlijke overheid zal ook een positief gevolv mogel"1'ik^zi'in nar^T Zal mi5ner2l 4s gestreefd worden tot geluk de? gSeente-' Mijnheer fegnee zoojuist neb ik het ambt, hetwelk gij gedurende voSrltelW S^oote verdiensten hebt uitgeoefend. Ik kan mij voorstelden, dat het lou van Ossendrecht en de goede uitoefening van het burgemeestersambt alhier U ter harte gaan. Het zal U dan oo v. wel aangenaam zijn te vernemen, dat het mijn voornemen is al^es in het werk te stellen om het gevestigde gezag te blijven handhaven en met jammerlijk te doen afbrokkelen. Ik zal Uw voet- nStri?flSa?n+6^ Een woord van dank richt ik last but 3 famil3-eleden en vrienden hier aanwezig. De reentgemeende belangstelling waarmede gij mij omringt strekt mij tot een^sueun waarvan de grootte U wellicht zelf ontgaat. Dat gij zoneter ophef van ver hebt willen komen naar deze voor mij zoo zware plechtigheid stel ik op buitengewoon hoogen prijs. Tot bij zondere vreugde strekt mij de aanwezigheid van mijn vroegeren ommanaanu en wapenbroeder Majoor Mr Bijdendijk en van mijn vroe geren burgemeester, mijn Collega van Maarheeze ,de heer van Schaik. an af deze plaats en op dit uur dank ik ook U Mama, aan wie ik Ve,e aarLC®n ile^ -p3. volle besef van de zware» taaie en de groote verantwoordelijkheid, die mij wachten, verklaar ik het voorzitterschap van Uwen Raad te aanvaarden De Ue thouder Voorzitter (Jlr, <**- a,

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1940 | | pagina 29