4s- .De heer Smout zegt nogmaals terug te willen komen op de verrekening dals, en wel om ireden.dat het hem bekend is dat.er zijn die betaald heb ben wat gevraagd werd, andere personen de helft, en weer andere nihil hetgeen z.i. geen regeling is-of althans zeker geen sprake kan zijn van een goedgekeurde Raadsbesluit» Hij stelt voor een punt aan de agenda toe te voegen om alle betaal de gelden terug te betalen. De Voorzitter zegt, wanneer.men op het voorstel van de heer Smout ingaat er men nooit meer uitkomt, gezien dat het een Raadsbesluit dat nog niet oud is en door het voorstel van de heer Smout zonder meer zou worden ingetrokken. De heer Mattheussens zegt te moeten reageeren dat zij bezwaarlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor daden door een vorig College verricht. De heer Withagen zegt, dat wanneer het de bedoeling is van de heer Smout om de zaak te herzien of beter na te gaan, hij hem deze wil steu nen. De heer Kil zegt dat het hier gaat over levering en betaling van tegels van over 1938/1933 en dat hij niettegenstaande er verschillende malen over gesproken te hebben het ook hem nog niet bekend is hoe het ophalen en verantwoording heeft plaats gehad. De heer Mattheussens kan zich er mede vereenigen dat er als nog een onderzoek wordt ingesteld, en wel, nadat de heer Smout schrifte lijke ofwel mondelinge opgaaf doet van personen die niet betaalde enz. De heer Smout belooft schriftelijke opgave te zullen verstrekken.» De heer de Vos vraagt hoever het staat met de wegverbetering Hoo- gerheide-Grens. De Voorzitter zegt dat volgens den Hoofdingehieur nog veranderin gen dienen aangebracht te worden. De heer de.Vos vraagt deze aangelegenheid zooveel mogelijk te wil len bespoedigen, hetgeen de Voorzitter hem toezegt. De heer de Vos zegt bij de algemeene beschouwingen er reeds op ge wezen te hebben om plannen te maken voor aanleg van fietspaden en hij stelt er prijs op dat daartoe wordt overgegaan en met het oog op het vreemdelingenverkeer, hetgeen gezien den internationalen toestand thans veelal iedereen zijn vacantie in eigen land zal moeten doorbrengen, wat ten goede zal komen aan den middenstand. /«V ~v

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1940 | | pagina 12