ij
SHIf
Mi-
BOT'UEEH van de Spoedeisohende vergadering van
SI
den Raad der gemeente Ossendrecht op Vrijdag
10 November 1939 des namiddags ten 2-g- uur»
Aanwezig de Heeren: P.J. Verduit, loco-Burgemeester, C»J.AjMoMattheussens-
J.P.J.M. Jacobs, J.P»C. Withagen en P»J» de Vos»
Afwezig de Heeren: G» Kil met kennisgeving van verhindering en J.B»Smout
wegens ziekte,,
Secretaris, waarnemend, J»Timmermans, ambtenaar ter secretarie»
Voorstemmer 1 der presentielijst deheer C«J«A»M» Mattheussens,
1» De Voorzitter opent de vergadering en zegt deze bi jee nkom-st .bijzonder
lijk te hebben belegd voor de bespreking met den Heer Ir» Deur, betref-
fende de afrekening van het Gemeentehuis en de berekening van het honora
rium door den architect»
Hij heet alle leden hartelijk welkom, inzonderheid de heer Deur die I
zoo welwillend is geweest om op deze vergadering de uiteenzetting te ko
men geven,
Meerderè vragen zooals door den waarnemend secretaris te voren opge-j
teekend, worden naar genoegen beantwoord waarna uiteindelijk de vraag
overde oplevering en vertraging van de oplevering van den bouw alsmede
de berekening van de vergoeding voor den opzichter en het honorarium van-
den architect ter sprake komen en een algemeene discussie uitlokken» De
heer Ivïattheussens zegt (|at <^8 Raad zeer weinig in den bouw van dit ga meen
tehuis door'den architect is gekend evenmin ook het College van Burgemees
ter en Wethouders» Dit geldt ook voor het opheffen van de boetebepaling
en het lange wachten voor de oplevering» Hij vindt dat z„i» de architect
zeker verplicht was geweest om zich dienaangaande te-verstaan met Burge- i
■meester en Wethouders onder mededeeling der oorzaken» Thans wordt de xsn-ix
schuld van dèn een naar den ander verlegd» Eerst lag de schuld bij den
aannemen dan- weer bij den opzichter die in verband met zijn leeftijd nog j
niet bekwaam genoeg wasdoch wel een goede kracht zou worden terwijl naar
den indruk die thans wordt gegeven de architect met vele teekeningen niet
tijdig gereed was^waardoor de aannemer niet steeds verder kon» Bovendien jl
rijmt het slecht om een- opzichter die niet geheel voldaan heeft een ver-
hooging van vergoeding te geven» Voor hem staat het vast dat er in vele ij
opzichten raar en eigendunkelijk is gehandeld, hetgeen door hem wondt be-;
treurt en Dan te constateeren dat ook de uitkomsten der financieel© gege-b
vens en overeenkomsten steeds zijn opgevoerd en verhoogd» Hieraan kan hlji
zonder meer zijn goedkeuring niet geven» Hij meent dat steeds een honora
rium was. bedongen van 10% der aannemingssom,, althans dat den Raad niet
anders bekend is dan een bedrag van f» 1920»Bovendien,-uit met het
Werkfonds gevoerde correspondentie,is niet anders te halen; ook dit li- jj,j
chaam neemt aan dat in deze 10% mede zijn begrepen de kosten van werktee-
A/lr:;
IC
|j;