De heer leyten zegt, dat hoewel het geen gewoonte is om ten aanzien der begrooting algemeene beschouwingen te houden hij toch gaarne van deze gelegenheid gebruik maakt om eenige punten aan te, stippen, namens zijne fractie, aangaande de nagenoeg Voorbije zit- tingsperiode Wij betreuren het ten zeerste, zegt hij, dat deze vergadering niet kan gehouden worden onder leiding van onzen Edelachtbaren Heer Burgemeester maar hoopen ten zeerste dat hij dan toch weer suoedig algeheel hersteld in ons midden mag zijn» Daar dit de laatste begrooting is die wij in deze zittingsperi ode meemaken, moet ik-eerst een blik werpen in de bijna 4 jaren die achter ons liggen» Wat is er.gebeurd voor het algemeen belang 4 en wat moet er nog gedaan worden? Het eerste jaar dat wij zitting hadden, wat er toen gebeurd is, is ons allen bekend en willen daar niet verder over uitwijden» Toen onze Edelachtbare Heer Voeten hier zijn intrede deed stond hem een zware taak te wachten 1e, Vrede en samenwerking brengen onder zijn ambtenaren en perso neel, wat'hem op een enkele uitzondering na zeker gelukt is.en niet anders kan dan ten goede komen aan het algemeen belang. 2e, Aanpakken van het werkloozen vraagstuk vooral met betrekking ,1 tot de' werkverschaffing. Het is voor het orgaan, in deze BurgemeesJ ter en Wethouders geen gemakkelijke taak productieve werkob ;jecten te vinden en ze tot hitvoering te brengen doch hierin is ook net j. College naar onze meening volhouden geslaagd. Men zie slechts de toestand in ons dorp nu tegenover een 4 tal jaren geleden» Wat de werkverschaffing zelf aangaat kan er door deze en geene wel eens een opmerking worden gemaakt, een en andei is naar zijne meening weer niet vlug genoeg daarin geplaatst, doch als het over een vol jaar genomen wordt, meenen wij wel dat niemand te korjï is gedaan en een schaartje om alles juist te Imippen wel zoek zal blijven. Wat er nog te doen is zal zeker betreffen het zoeken naar productieve werkobjeoten. Voor 1939 heeft men misschien genoeg ij naar onze bescheiden meening zijn er ook voor volgende jaren geen vooruitzichten dat men het zonder deze zorgen zal kunnen stellen. L Wij hopen dan ook.met groot vertrouwen dat de ontwaterings en inpolderingsplannen, waar eenigen van ons sinds 4 jaar mee be zig zijn, voldoende doorgang zullen vinden teneinde onze werklooze aan nuttige arbeid te kannen helpen tot vooruitgang van. het alge meen maar inzonderheid van het streekbelang in het Zuid-Westen,. Dit mijnheer de Voorzitter zijn onze innige wenschen en be trachtingen, Ik dank 'J," 1 'i: i

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1938 | | pagina 37