<b c Het lid Kil zegt, alles wat het lid Mattheessens zegt goed en wel te vinden, maar- er was niets anders to vinden en juist tegen het eenig gevonden werkobjeet stemden de heeren tegen. Jiet lid Mattheeussens zegt, dat er wel een goed werkobge«i3 ject was gevond en verwacht van den Voorzitter daarover eenige mededeeling, omdat de commissie voor werkverruiming geweest is net lid Kil merkt op, dat de ge meerite daar niet eens lid van is De Voorzitter zegt, dat deze gemeente inderdaad geen lid dier commissi® is en dat van het gedachte werkobjeet in de naaste toekomst niets is te verwachten en dat hij nietd kan zeggen van wat de toekomst brengen zal# net lid Mattheessens zegt, dat er thans een werkobjeet is en dat de minderheid tegen het geheel van liet wegenplan is. De Voorzitter zegt, dat voor het werkobjeet hetwelk thans in uitvoering is en waar de minderneid voor was siecnts werk voor eenige maanden geeft en dat wat het werkobjeet van Leij;ten betreft dat slechts is to verkrijgen wanneer met, goud j wordt betaald. - Het lid Leijten zegt niet te weten wat de grond kost, d och meent, dat de grond na bewerking toch wel zooveel mag teee kosten als de opbrengst. De Voorzitter acht dat ojamogslijk. Het lid Mattheeussens zegt gaarne te willen vernemen hoe de plannen staan in zake het indijken É|an de schorren, waardoor zeer goede kleigronden worden verkregen en vraagt of er wel met de n heer Verhoeven in Middelburg overleg is ge pleegd. Hij zegt verder te meenen, dat die schorren aan de provincie Zeeland toebehooren, dat zij meestal boven water staan en dat alleen met giettijen het water er over stroomt. t v

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1936 | | pagina 6