ij.. Behandeling nota van aanmerkingen van het college van gedeputeerde
staten op de begrooting 1936.
De Voorzitter zegt, dat de begrooting 1936 met vele aanmerkingen is te
rug gekomen.
Namens burgemeester en wethouders stelt hij voor de overeenkomstig de
nota gewijzigde begrooting in te zenden.
Geen der leden wenscht beschouwingen of artikelsgewijze behandeling,
zoodat overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders zal
gehandeld worden.
5. Nadere vaststelling weggeldverordening.
De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders bij nadere overweging
voorspellen dit besluit in te trekken en zoqk spoedig mogelijk met een
nieuwe verordening ter vaststelling bij den raad te komen.
Wordt algemeen goedgevonden.
6. Ontslag en benoeming ambtenaar van den burgerlijken stand.
De Voorzitter zegt, dat een verzoek om eervol ontslag als ambtenaar van
den burgerlijken stand is ingekomen van P.J. van de Ven te Putte, in
gaande 1 November 193&*
De heer Mattheussens verlaat de vergadering.
Om verschillende redenen meent de Voorzitter, dat aan dit verzoek niet kan
voldaan worden, wijl sinds 23 J^i 193^ de functionaris dit ambt niet
meer heeft uitgeoefend en hij sinds Augustus 1.1. de gemeente met der
woon heeft verlaten.
Met algemeene stemmen wordt besloten dit ontslag te verleenen in-