f i :||n verbeterd,en voor 1956 is ook weer extra gezorgd,d# buitenwegen blijven in hun ouden toestand. Hij geeft toe,dat met de oude keien der hoofdwegen de buitenwegen zijn te verbetereu,doch /.mei allen en dan zou om het eene dpor het andere te bereiken,de hoofdwegen b.v. in eens van nieuwe keien te voorzien zijn, hetgeen een zoo groote som zou vergen,dat als hij daarmede voor den dag kwam,de raadsleden de vingers in de ooren zouden steken omdat zij naar die cijfers niet zouden willen luisteren,Dan wijst hij er op,dat ais begonnen moet worden als hier aangege ven wordt,n.l. de verzorging aan hoofdwegen met niwuw materiaal en het verwerken der ouwe keien in de buitenwegen,dat werk al een heel slecht werkobject is,daar er dan weinig of geen werk aanzit als werkobject voor de werkloozen,daar er geen straters zouden zijn.Bij zegt daarop,dat dit alles slechts uitstel is en een heel slecht uitstel,waarover meer valt te zeggen. Hij zegt dan ten slotte,dat zij die het ontworpen werkob- ject niet goed kunnen keuren er maar met betere voor den dag moeten komen. Het lid Kil meeat in deze ook het zijne te moeten zeggen,en begint'er met er op te wijzen dat 2 maanden geleden een Commis sie werd benoemd voor aanleg van hardewegen,waaraan voor vele maanden werk voor werkloozen,die daardoor in deze benarde tij den zeer geholpen worden» Het verbeteren dier wegen,achb 11.13 geen nutteloos werk daar die wegen slecht zijn en daarop een druk verkeer is,en wijst daarbij op de gemeenten Woensdrecht en Hoeven 'waar juist hetzelfde is gebeurd. Hij vraagt dan waarom, die commissie geen spoed achter dat werk zette en wijst er op,dat hij gedurende 2 maanden nog niets van haar bevindingen of werkzaamheden heeft g«ioord.Hij zegt gehoord te hebben,dat de polderbesturen zullen aangeschreven worden om met hun hulp werk te verschaffen aan de polderwegen .en waterloopen.Hij merkt dan op dat Burgemeester en Wethouders al meermalen aan die heeren hebben geschreven en getracht om met de polderbesturen de zaak te regelen,doch zij zijn daarbij bob heden gestruikeld,omdat het hun te veel kostte en als nu de commissie meent meer succes te hebben dan zegt hij houdt zij zich goed,doch hij moet betwijfelen dat hier succes is te be halen en op nihil rekent» Hij gaat verder en zegt,dat,nadat hij wethouder is geworden de werkverschaffing werd stop gezet en dat zou dan zijn schuld zi-jn,hetgeen hij als een' groote leugen betiteld daar de werkob-

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1935 | | pagina 39