5o Wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1954» De Voorzitter zegt, dat de noodig geoordeelde wijzigingen ter inzage hebben gelegen, welke hoofdzakelijk administratieve wijzi gingen betreft, dan wel onvermijdelijke uitgaven van onderwijs el ders, enz» en stelt voor het besluit vast te stellen» 6. schrijven van Gedeputeerde staten van 18 Juli 1934, Gnr31, 111™ Afdeeling, inzake de algemeene po litieverordening. De Voorzitter geeft een overzicht der wi jzigÉggenip welke door Gedeputeerde Staten verlangd worden» Bij artikel 52 merken Gedeputeerde Staten op, dat in verband met de niet opname van artikel 50 in de politie-verordening, arti kel 52 alsnog dient gewijzigd te worden en dat zij naar de reden vragen, waarom artikel 5U van het ontwerp niet werd opgenomen en geeft den inhoud weer. Hij zegt, dat dit artikel overbodig werd beschouwd en daarom niet werd opgenomen en vraagt hieromtrent het gevoelen van den Raad. verder te willen vernemen. Algemeen verklaren de leden zichtegen opname van artikel 50 van het ontwerp politie-verordening. De overige bemerkingen zullen in de verordening worden verwerkt terwijl in verband met.de inwerking-treding van het nieuwe Motor en rijwielreglement de noodig geoordeelde wijzigingen en aanwijzi- gingen v/orden goedgevonden» Vervolgens wordt de politieverordening opnieuw vastgesteld. 7. Schrijven van Gedeputeerde Staten van 5 September 1934, G. nr. 19ü, inzake de bouwverordening. De Voorzitter brengt de bemerkingen in behandeling, zookis die door den Inspecteur op de Volksgezondheidxaan Gedeputeerde Staten zijn voorgelegd. De bemerkingen omtrent artikel 14, eerste lid, vindij vooral bij het lid Suijkerbuijk veel bezwaar, hij acht het totaal over bodig, dat achter een .huis open ruimte aanwezig is en vindt 5 M een veel te zware eisch. De Voorzitter merkt op dat hij niet zoo zwaar tegen het verl langen aanziet en acht de bepaling in de geldende verordening mins tens even zwaar Het lid Suijkerbuijk blijft bij zijn meening en haalt daarbij als voorbeeld zijn eigen gebouw aan, waarop de Voorzitter hem be duidt, dat. als het lid Suijkerbuijk zijn bouw grooter maakt hij volgens de oude verordening aan zwaarder voorwaarden heeft te vol- doen, dan volgens het uitgedrukte verlangen. c fe fe

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1934 | | pagina 50