7» Vaststelling van. een reglement van orde voor de vergaderingen van den
Raad.
De Voorzitter zegtdat de commissie bestaande uit de raadsleden B. G,
van Gorsel» P. J. Suijkerbuijk en de burgemeester een nieuw reglement
hebben ontworpen»zooals de raadsleden werd toegezonden*
De commissie stelde volgens hem het ontwerp met algemeene stemmen vast»
terwijl een der leden het jammer vond» dat daarin niet een rookverbod ge
durende de vergaderingen aan de leden werd opgelegd en dat dit rookverbod
niet in het reglement werd opgenomen, omdat de raad dat verbod had opge
heven*
Het lid Verduit acht wijziging van art* 2» sub 3 noodig en wel zoo» dat
de dag wordt vastgelegd*
De Voorzitter zegt» dat de Raaddaartoe ten alle tijde kan besluiten»
althans binnen een bepaald aantal dagen» als b*v« 30 of 60 dagen*
Bij artikel 9 stelt het lid Verduit voor daarin op te nemen gelezen.
De"Voorzitter wijst op het eertijds genomen raadsbesluit, om de notu
len alleen ter lezing te leggen en acht aanvulling overbodig, daar ieder
lid voor zich heeft te oordeelen, of hij de notulen al dan niet wil lezen*
Bij artikel 16' zegt het lid Verduit» dat sub 3 diet duidelijk is, het
geen de Voorzitter toegeeft en opmerkt» dat in plaats van"volgens moet
gelezen worden "vervolgens*
Het lid Kil stelt voor artikel 7 sub 2 te laten vervallen.
Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten en tevens besloten, de in
verband daarmede noodige wijzigingen in het reglement aan te brengen.
Hierna wordt het reglement met algemeen® stemmen vastgesteld*
8. Benoeming van eene commissie belast met het onderzoeken van de gemeen
terekening over het dienstjaar 1933*
De Voorzitter stelt voor in de commissie te benoemen de heeren: Cr. Kil,
P. J. Suijkerbuijk en J. J. Rooijmans.
Aldus wordt beslèèem*
De benoemden nemen hunne benoeming aan.
9. Ondérzoek Van den geloofsbrief van het benoemde raadslid J. B. Schroei-
jers.
De Voorzitter zegt» dat héfi bij besluit van 30 Juli 1934 benoemde
raadslid J. B. Schroeijers den 20 Augustus 1934 zijn geloofsbrief inzond
en zegt, dat deze volgens het Reglement van Orde door eene commissie van
drie leden moet onderzocht worden en stelt voor in die commissie te be
noemen de heeren P. J. Verduit, p. J* Suijkerbuijk en J. J. Rooijmans.
De Burgmmeester zegt, dat de geloofsbrief in orde is en wil hem de com
missie ter hand stellen.
Het lid Suijkerbuijk vraagt» of het wel noodzakelijk is, dat de commis
sie nog onderzoekt» als de Burgemeester zegtqi dat hij in orde is.
De Voorzitter wijst op het reglement van Orde» dat zegt goed te kunnen
keuren, dat eene beslissing wordt genomen wonder onderzoek.
Met algemeene stemmen wordt daarna de geloofsbriet goedgekeurd en tou
toelating van J. B. Schroeijers besltten.
Niets meer te behandelên zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering.
De Wethouder, De Voorzitter»