T Q m O m o »H0 S f -■ h - f n-. Voorzitter zegt,d&t in daze de Raad niet alleen heeft te beslissen,doch ook de bank dl# het geld beschikbaar stelde en wel in de eerste instanttieomdat als die het geld niet -verder beschikbaar stelt,afgelost moeten worden,en merk nog op,dat feeen van allen hier zeggen kan,dat op tyd,zonder meer al dan niet afgelost kan worden» De Voorzitter zegt,dat hy een schryven ontving van het Raad lid de heer Kil,dia hem omtrent eene uitlating van den Wethou der met betrekking tot de aflossing van geldleeningen eenige Inlichtingen vraagt en wel Jaaif aangaande het al of niet juiste daarvan en welks aflossingen bedoeld zyn» Be Voorzitter vervolgt dan en zegt,dat Wethouder Wat the#use sens ay** zeide,dat onder het tegenwoordig gemeentebestuur het totaal der geldleeningen door aflossingen is verlaagd en moet het lid Kil dan opmerken,dat de door de Wethouder Matheu- sen bedoelde aflossingen/niet het gevolg zvn van daden van het a tegenwoordig bestuörjroife ingebolge beskuiten voor dit bestuur genomen en dat onder elk ander gemeentebestuur dezelfde aflos singen zouden plaats gehad hebben en dat onder het tegenwoor dig bestuur wel het bedrag der geldleeningen door nieuwe lee ningen is verhoogd,daar een leening van f»650C.= en eene van fciCCCC.= aangegaan 'worden en dat de gemeente verder nog zit met eene kasgeldleening groot f„15000»= welke reeds maal is verlengd» Het lid Matheussens zegt dan,dat zyne mededeelingen juist zyn en dat &e nieuwe leeningen nog niet aangegaan zyn.Hy markt verder op,dat de Voorzitter wek eigenaardige gewoonten er op - na houdt,omdat hy au een brief in den Raad brengt,terwyl als- dat iets anders geweest^yn hy het niet zou gedaan hebben» Be Voorzitter dankt het lid Matheus sens voor diens uitla - tingen en zegt,dat hy heelemaal geen eigenaardigheden er op na houdt,want dat deze brief tydig was ingekomen en dat hy In elk ander geval juist het zelfde zou gehandeld hebben» Het lid Matheussens merkt dan op,dat hy van het inkomen van dien brief niets afweet en dat hy niet by de stukken had gele gen» Be Burgemeester zegt dan,dat de brief aan hem alleen waa gericht a n°hy dus daarvan geen jadwd* mede dee ling heeft te doen en dat hy er hoegenaamd geen eigenaardigheden op na houdt en dat de gewone jaarlyksche aflossingen door elk ander gemeente- bes tuur°avengoed gedaan moesten worden en zouden gedaaft, zyn, zoodat het tegenwoordig gemeentebestuur daarvoor hoegenaamd niets voor had te doen of op eeniga handeling*» zich kan be roemen» Het lid Matheus sens wysjF* Kit dan op de groote uitgaven, welke dit gemeente bestuur moest doen voor de werkverschaffing en zegt als dat niet noodig was geweest dat er dan geldleeningen mf's'ehien al geheel zouden afgelost zyn» C pa Voorzitter zegt daarop,dat hy zeer benieuwd is,hoe de Wethouder Matheussens dat zou klaar gespeeld hebben,dahet gewoonweg een onmogelykhetd is» Het lid Matheus sens merkt het lid Kil op, dat hy zyn vraag tot Burgemeester en Wethouders had moeten richten» Het lid Kil antwoordt daarop dat als hy iets te vragen kaal heeft hy zich tot den Voorzitter heeft te wenden» Het lid Verduit wyst er het lid Kil op,dat' hy alles eens precies weten wil,hy zich tot hem om inlichtingen kan wenden en dat hy ham dan eens alles tot in byzonderheden zal voorleg gen» Hat lid Kil zegt daarop,dat da inlichtingen welke hy dan krygen zal wel niet onjuist zullen zyn,doch hy meent mat zyn vraag niets byzonders te hebben gedaan» Het lid Verduit voegt daarna het lid Kil nog toe,dat als men omtrent de flnantièn iet-s weten wil Kil by hem moet komen IH j O f •Q r t fj P,m :oo - i f ■-s»

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1934 | | pagina 3