JI 1 a - u ra» on ..J v J'0 - ov rt 1 v-v .3 n« .óexü a s: - ©v "1 i .v n i- i; \.J no 0'. is J 1- o J Ot .0: t. 0 .'c. :\f J n Jexi is 0 tf no\ aJjssJ di bq 0 ooK n v neinee )i 110 J oblo-v n rise iII t s« 1 .i f ;.'o; nogoooo I óno I,:' -M nr. t::o cctOo 1 I - - a 1 Io - a - r On fn &I Behandeling van hat- schrijven van d®n heer Comm&isaris der Koningin van 24 M#i 1934, A.nr.3, Afdeeling houdend® bemerkingen op d© ver ordening van veldwachters. De Burgemeester zegt, dat de verlangde verbeteringen en wij- j zigingen in de verordening, zooals die in dan raad van zijne vergade ring van 16 April 1934 werd vastgesteld in de ter inzag© voor de leden neergelegde verordening zijn aangegeven en stelt .de verordening diens- overeenkomstig opnieuw vast te stellen. Met algemeen® stemmen wordt de verordening daarna vastgesteld 7. Schrijven van Gedeputeerde Staten van 20 Juni 1934, G. nr»4048,' 31% Afdeeling, houdend® bemerkingen op de gemeentobegrooting 1934. De Voorzitter geeft de bemerkingen stuksgewijze weer met hot daarop ontwoppen antwoord. Het lid Mattheeussens. zegt, sext de aandacht te moeten vesti gen op de' eigenaardige wijze, waarop heeren Gedeputeerde Staten te werk gaan, Hij wijst ten eerste op het ontslag van den bode dor commis si® tot wering van schoolverzuim, waaraan ontslag moet gegeven worden, hetgeen geen bezuiniging geeft, omdat hem nu ©enwachtgeld, overeenkom stig het°ambtenarenr®glementmoet gegeven worden, hotgeen toch bij Gedeputeerde Staten bekend moet zijn en dat zij aldus te voortvarend oordeelen en zich niet voldoend® weten aan t® passen, Hiapna wijst hij" op de questie der keiwegen, waar Gedepu teerde Staten'nu het onderhoud der keiwegen als gewoon onderhoud aan- merken on dus de uitgaven op den gewonen dienst stellen, terwijl op d® begrooting 1933 die uitgaven ondanks all"® verweer van don Raad, d© uitgaven als kapitaalsuitgaven aantaerkten. Hij vraagt den Voorzitter daarop, of over 1933 d® uitgaven alsnog van don kapitaaldienet naar den gewonen dienst is over te bren gen on daardoor oen gemaakt® groot® §out te kennen herstellen. De Voorzitter zegt, dat z.i, dat nu niet meer te herstellen is en wijst cr op, eat nu het dienstjaar nagenoeg ten einde is.' Het lid Mattheeussens m©r$t dan op, dat de gemeente van de handelwijze van Gedeputeerde Staten da dupe is geworden ©n d© begroe ting met 99n« nieuwe geldleening is xbozwaard en dat hij gemeend heeft hiarop nog eens ernstig do aandacht van den Raad te moeten vestigen en zegt het noodi'g te achten, dat aan Gedeputeerde Staten daarover ge schreven wordt. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders wordt daarna met algemeen© stemmen vastgesteld. 8. Verzoekschrift van d® stichting MoedeÉheil te Ginneksn om een® subsidie. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor op het verzook afwijzend te beschikken. Met algemeen® stemmen wordt daartoe besloten. 01 I J 0.X 00V Ji* 3 f C i O J t c -A - lOO' I: r - O0i I* *J|tJ t e t t .L A. XOOV I' 1 r o j a nIhl él r 11 )q B£> - J [;10 UO A a'. A t.; a t a '.'..A.. j:-.: 4

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1934 | | pagina 39