II r Hij zegt verder, dat z.i. het gewenscht is, dat voor een en ander een begrooting van kosten wordt opgemaakt, om daarop,.de goedkeuring van den minister te vragen ten einde zoo mogelijk beëindiging der werkversehaffing te voorkomen. Op de vraag van het lid van Gorsel zegt de Voorzitter, dat het terrein in de omgeving van het Jagersrust is gelegen en toebe hoorde aan de familie De Beukelaar. Het lid Kil zegt, dat een dergelijk verzoek met beide handen moet aangegrepen worden en dat er daarom alle mogelijke steun aan verleend moet worden, om daardoor de steunregeling te kunnen opdoeken. De Voorzitter zegt, dat hij het laatste geheel verkeerd acht, daar als alle werkloozen er aan te werk gesteld worden het werk hoog stens drie maanden zal duren, waardoor de groote gezinnen zeer worden gedupeerd en moet er op mij zen, dat de belangen dier gezinnen niet uit het oog mogen verloren worden, evenmin als die der kleinere gezin nen, die om de beurten te werk kunnen gesteld worden. Het lid Kil zegt, toch allen maar direct aan het werk te willen: stellen, waarop de Voorzitter hem nogmaals op de groote gezinnen wijst en op de toekomst als alles achtereen wordt afgewerkt. Het lid Rooijmans vindt, dat als het Rijk en de Gemeente al les betalen, het veel geld zal kosten en vraagt of verzoeker ook iets bijdraagt. De Voorzitter zegt, dat de Minister daarover heeft te bellis sen en wel een en ander zal regelen. Het lid Mattheuseens acht, dat men wel iets te voorbarig is, daar men niet eens weet of de jeugdherberg er komen zal en men nu reeds wil overgaan-tot het in orde brengen van lanen, tuinen en vijvers. De Voorzitter zegt, dat reeds de tijding is binnen gekomen, dat de plannen werden goedgekeurde en dat die goedkeuring eerstdaags zal volgen. k Hij vraagt den Raad om in principe tot medewerking te beslui ten, opdat een begrootingsplan door de Nederlandsche Heide Maatschappij kan opgemaakt worden, waarna, als dat door den minister zal goedgekeurd zijn, een definitieve beslissing te nemen. Zonder hoofdelijke stemmen wordt het voorstel van den Voorzitter daar op aangenomen. 8. Voorstel van B. W, tot aanstelling van een controleur bij de steunverleening'. De Voorzitter zegt, dat bij brieg van den minister van Socia le Zaken d.d. 11 Mei 1934, nr. 262-702 X Afd. W. 8. wordt gewezen op de aanstelling van een controleur voor de steunregeling, teneinde een betere controle op de steuntrekkers toe te passen. Dat B. V/. daarna den Minister hebben'voorgesteld, dat zij een der gemeente-arbeid ders tot controleur wilden aanstellen, opdat daardoor de gemeente geen extra kosten zou krijgen, doch dat den minister bij brief van 11 Mei 1934 nr.. 262-702 I Afd. W. 3. mededeelt, dat hij aan de benoeming van een gemeentewerkman tot controleur zijne goedkeuring niet kan^ hechten en dat B. Sc W. in verband daarmêde voorstellen een contro leur te benoemen op een salaris van f.15.-., per week en de benoeming tot wederopzegging te doen. liet lid Rooijmans. zegt, de bezoldiging te laag te achten en zou die qp f.1150.willen bepalen. De Voorzitter merkt op, dat B. W# deze aangelegenheid van alle zijden hebben bekeken en dat zij ten slotte tot het voorshfel dm een bezoldiging van f.15.-» per week toe te kennen hebben samengesteld.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1934 | | pagina 31