e ft e f Jitd? De Voorzitter zegt daarop niet van antwoord te kunnen dienen, daar het hem niet bekend is, hoe er by de regeering in deze over gedacht wordt Hy vreest niet voor stopzetting der werkversonaffingwelke cocn zooals reeds meermalen is gebleken, de gemeente opgelegd is Het lid Kil zegt, dat hy alleen vreest voor de werkverschaffing en dat hy noodgedwongen aan het verlangen van Ged-Staten wil v©l- doen, hoewel hy er van overtuigd is dat de Regeering Ossendrecht helpen moet Het lid Verduit zegt niet dat Ged-Staten alleen, zeggen dat de Raad weigerachtig is, doch ook dat de Raad niet aannemelyk heeft gemaakt dat de ryksbydrage moet verleend worden dat zulks aannemelyk moet gemaakt worden en dat hy er daarom juist voor .is, dat een afvaardiging naar den Haag gaat Het lid Mattheussens zegt dat het zo«r onjuist is, dat hier p-ezegd wordt dat om wille der werkeloosheid het beroep niet zou ingesteld moeten worden daar z.i» de belastingen tot net maximum zyn opgevoerd zoodat geen verhooging mag plaats hebben en dat daarom alle middelen moeten aangewend worden om verhooging te voorkomen Het lid Kil vraagt daarop, wat er gebeuren moet wanneer de werkverschaffing moet stil liggen omdat ér geene betalingen kunnen plaats hebben Het lid Mattheussens vraagt daarop, of ter wille der werkver schaffing de belastingen moeten verhoogd worden Het lid Kil zegt het daarmee wel eens te zyn doch ^leent te mogen vragen wie dan de eerst getroffen zullen worden en wyst ©r daarna op dat het juistv de werkloozen zullen zyn Het lid" Mattheussens ze&t het lid Kil daarover gerust kan zyn, omdat het ryk daarvoor wel zorgen zal ,/wyst »r op, dat z.i» de arbeiders en de middenstanders het ergst door de belastingen worden ©troffen enJdat de boeren niets betalen Het lid van Gorsel merkt op dat juist de boeren met hunne boederyan door de, 200 opcenten het zwaarst worden getroffen Met 5 tegen 1 stem wordt daarna het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen zoodat in beroep zal gegaan worden en de Burgemeester een en ander mondeling zal hebben toe te lichten. Voor de leden Kil«Mattheussens, VerduitSuykerbuyk en Rooymans Tegen het lid van Gorsal Het lid van Gorsel zegt tegen te hebben gestemd, omdat hy van meening is dat een en ander niets zal helpen en de Raad de consequentie1s heeft te aanvaarden Het lid Mattheussens wyst er op dat vele gemeenten, evenals Ossendrecht in moeielykheden verkeeren en dat het daarom wenscheïyk is, dat een adres wordt gericht aan de Kroon, de Regeering, de Tweede Kamer der Staten Generaal, en aan de Gemeenteraden, waarin herziening en verbetering van de wet op de Finantieele verhouding tusscheri Ryk en Gemeenten wordt gevraagd De Voorzitter zegt zich met een en ander te kunnen vereenigen, doch wyst er op, dat Ossendrecht dit jaar nog lid. der Vereeniglng van Nederlandsche Gemeenten is, dat van die vereeniglng verzocht* werd dergelyke adressen niet meer te verzenden, doch zich tot het bestuur der Vereeniglng te wenden en dat te verzoeken de noodige stappen te zetten Y f

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1933 | | pagina 31