iJe Voorzitter zegt nietv te gelooven dat de Ned.Heide My zoo maar zonder meer de voorwerker zal heenzenden of overpiaatseh. Hy zegt den Voorwerker opdracht te hebben gegeven dat het werk 11 klaar zou staan als er op Vrydag zal begonnen worden waaraan de voorwerker voldeed Hy voldeed daaraan op Donderdag Dien dag vroeg de wethouder Verduit hem in de vergadering van Burgemeester en wethouders om Vrydag niet te laten beginnen daar hy op ^aterdag met het raads lid Kil het werk eerst nog in ooggnsc&ouw wilde nemen omdat er fouten aankleefden nan dat verzoek voldeed hy en gaf den voorwerker onmiddellyk opdracht het werk n^et op Vrydag aan te vangen waaraan werd voldaan en waardoor en de heer Verduit en de heer G.Kil het werk kalm konden opnemen Het lid Mattheussens zegt van meening te zyn dat het hier een gemeentebelang betreft dat de voorman wei in dienst staat van de Ned.Heide My, doch hy wordt door de gemeente betaald, en het kan z.i„ niet in het belang der gemeente zyn wanneer hy vaak naar rutte gaat waardoor de menschen hier aan hun lot worden overgelaten De Voorzitter zegt dat de Ned.Heide My de dagelyksche leidng heeft te össendrecht en te -tutte en dat zy wel zorgen zal. dat in beide dorpen alles behoorlyk geregeld is Het lid Mattheussens acht het gelykkig dat de menschen hier van een goede mentaliteit zyn zegt een voorstel te wollen doen om aan de Ned.Heide My te o chryven dat de opzichter te Össendrecht zich in het vervolg tegen over de leden van den naad behoorlyker zal gedragen dat het sehryven uit kan gaan van Burgemeester en wethouders zoodat deze kwestie thans naar het Dagelyksch Bestuur gerenvoy©erd kan worden De Voorzitter zegt zich met het voorstel te kunnen vereenigen, waarna de heer van Gorsel zegt, dat de beste oplossing te vinden. Het lid Mattheuss ens wyst er daarna op dat als het antwoord den naad niet bevredigt de naad altyd nog een ander beslissing kan nemen Het lid nooymans vraagt of er in Putte ook een opzichter is, waarna de Voorzitter de vraag bevestigend beantwoord Het lid nooymans JSefelt&gls zegt de vraag te hebben gesteld omdat als dat niet het geval was belde gemeenten het toezicht konden betalen Het lid Verduit zegt in het sehryven te willen opgenomen zien, dat de opzichter verplicht is inlichtingen te geven als die hem gevraagd worden en dat hy niet het recht mag hebben een raadslid den rug toe te keeren en te zeggen maar by de Ned.Heide My te informeeren De Voorzitter zegt een brief te zullen ontwerpen en hem den wethouders ter goedkeuring te zullen voorleggen waarmede de Kaad zich zonder meer vereenig©. Het lid Mattheussens zegt, dat de afzetting op de heide niet goed was en vraagt of dat verandert wordt De Voorzitter zegt dat de Ned.Heide My niet aan een werk begint dat nadat zy zeker weet dat het werk goed is en wyst er op dat men zooveel vertrouwen in de My wel mag hebben Hy herrinnert er aan dat reedss>is gpedgekeurd, dat de eerste 150 Meter zullen ontgonnen en geegaliseerd worden en vraagt wel eens te willen hooren, wat er met de volgende Meters moet plaats hebben. Hy geeft daarna te kennen dat als hem in deze advies wordt gevraagd hy zal adviseeren ook het overige terrein te egaliseeren, omdat de Raad wel dient te overwegen dat de arbeiders die werkloos zyn, toch aan werk moeten geholpen worden en dat dan de werkverschaffing op de allereerste plaats is aangewezen Hy merkt dan op dat het zich laat aanzien dat nog lang niet het eind der Crisis daar is en deze gemeente nog wel het geheele jaar door zal hebben te helpen en zegt het daarvoor noodzakelyk te vinden dat de begrooting in zyn geheel wordt afgewerkt met uitzondering desnoods met de

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1933 | | pagina 22