Het lid Mattheussens merkt op dat hier van het punt wordt afgedwaald en de vraag is of de voorwerker tegen den leden van den naad mag optreeden als hy deed De Voorzitter zegt den Voorwerker te hebben opgedragen zich veruer van alles te onthouden verder aan niemand van antwoord te dienen op door hen gestelde vragen en hen eenvoudig naar do Nederlandsche Helde Mattschappy te verwyzen Het lid Mattheussens vraagt daarop of de oprichter het recht neeft om wanneer een wethouder namens de gemeente optredende, wanne er t hy meent dat een werk anders moet uitgevoerd worden, toch maar voort kan gaan zonder aan de opdracht te storen .oe Voorzitter antwoord daarop bevestigend dadr de Minister bepaald heeft dat de Nederlandsche Heide Mattschappy de dageivk- sohe leiding heeft J Het lid Mattheussens vraagt zich af of de Nederlandsche Heide- Maatschappy doen mag wat zy wil, al is het niet in het belang der gemeente blyven^°0rZlttö:r antwoo:pdt dat binnen de begrooting heeft te Het lid Mattheussens meent dat in de begrooting de werkwvze niet is aangegeven J D® Voorzitter wyst er op, dat de begrooting is ingezonden waarin staat aangegeven hoe het werk zal geschieden en dat ais daarop gewyzigd, dan is daarop eerst de goedkeuri?ing van den Minister noodlg Het lid Mattheussens vindt het niet juist dat de opzichter een wyzlglng de4r .begrooting met name het egallseeren van ISO M in plaats van het geheele terrein, wel van de gemeente aanneemt# terwyl hy een later verzoek zonder meer naast zich neer legt. De Voorzitter zegt |jet optrdden van den voorwerker evenals van jaad nu niet geheel en al juist te vinden doch merkt uitdrukkelyk op, dat hy tot heden nog niets deed in stryd met de hem gedane opdrachten lid Kil zegt daarop geen aanmerkingen te hebben gemaakt, doch alleen heeft willen mededeelen dat wethouder Verduit en hy naar het werk gingen kyken en dat hen toen door den Voorwerker werd medegedeeld dat de menschen dte hulp zouden verleenen door ae gemeente moesten betaald worden, waarover hy zp bevreemding uitdrukt en in verband daamede wilde weten wie de arbeiders betaald, die er Donderdag l.i waren ue Voorzitter antwoordt daarop dat z.i. de voorwerker wellicht opdracht kreeg alleen die lui uit te betalen, die van wege de Nederlandsche Heide My werk ontvangen en geeft hem groot geiyk overeenkomstig die opdracht te handelen en aan niemand anders uitbetaling te doen Het J-ld Mattheussens zegt zich met die $pandelwyze niet te kunnen vereenigen daar de gemeente over de werkverschaffing toch ook nog wat te vertellen heeft en als dat niet het geval is dan zegt ny 2ich niet verantwoord te achten tegenover de burgery en aoht hy het beter dah maar naar een andere Mad: schappy over te gaan dan wel een steunregelin in het leven te roepen hetgeen voor de gemeente wellicht nog voordeeliger is Het lid van Gorsel zegt vaak de werkverschaffing af te loopen, aan denkt in de rechten der Ned,Heide My te treden Het lid Mattheussens merkt hier op dat hy wei eens zou willen zien wanneer tegen den heer van Gorsel werd gezegd:Ha hier weg, want je hebt hier niets te maken Het lid Verduit zegt dat het het beste was wanneer de op zichter werd opgeruimd Het lid nooymans zegt zich met de uitlatingen van den heer Verduit niet te kunnen vereenigen omdat daarmede een groot huishouden wordt getroffen en oppert het idee dat de gemeente wellicht zou moeten gedaan zien te krygen hem naafc gemeente over te plaatsen rtder0 i

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1933 | | pagina 21