4}
II
Openbare vergadering van den naad
der gemeente Ossendrecht op Vrydag 5° December
1932 v.m, 9t uur
Aanwezig zyn de heeren s C.Mattheussens, P.J.Verduit, B.G. van
Gorsel vv,F.Jansen
Afwezig met kennisgeving de heeren P.J.auykerbuyk en J.J.
nooymans
Voorzitter F.J.van de Ven, burgemeester tevens secbetaris
Tot voorstemmer wordt aangewezen het lid B.G.van Gorsel
nr 2 der presentielyst
Alvorens over te gaan tot de behandeling der notulen zegt de
Voorzitter dat
1In de vorige vergadering by de behandeling van de notulen,
heeft het lid Mattheussens hem ten laste gelegd, dat hy niet
handelde als in art*!+.1, 2e alinea is voorgeschreven, n.l. geen
aanteekening stelde op de notulen welke de naad heeft gewyzigd.
Hy zegt, In verband daarmede de notulen sedert het optrden van
den tegenwoordigen raad te hebben nagegaan en gezien te hebben,
dat de naad alle notulen van zyne vergaderingen onveranderd heeft
goedgekeurd Hy merkt daarby op dat er nu en dan door het
lid Mat theus sens wel bemerkingen op de notulen zyn gemaakt en
door hem wel eens tegen de vaststelling der notulen werd gestemd,
doch dat de naad die nimmer deed wyzigen en dat hy dus 09k geen
enkele aanteetekaing had te stellen en hem dan ook niets ten laste
kan en mag gelegd worden
2, Vervolgens herrinnert de Voorzitter er aan dat de vorige
vergadering weder ontydig door ham moest gesloten worden, omdat
de wethouder Mat theus s enshem voorzitter, voor de zooveelste
en nu, nadat hy eerst den raad in zyn geheel had beleedigd, belee-
digde Hy zegt verder, dat een dergelyk optréden van den wethou
der en het stelselmatig beleedigen van zyn persoon door wethouder
V Mattheussens niet langer kan en mag geduld worden en dat hy zich
- niet van een reeks beleedigen kan laten welgevallen, ten einde
1 een regelmatige afhandeling van zaken te verkrygen en dat hy by
een volgende beleediging van de zyde van wethouder Mattheussens
gebruik zal maken van de hem in art "J2 der gemeentewet gegeven
bevoegdheid n.l. om den naad voor te stellen den wethouder
Mattheussens den toegang tot de vergaderingen te ontzeggen .Mocht
dat voorstel evenwel niet aangenomen worden dan zal hy handelen
zooals hy meent te moeten handelen
Het lid Mattheussens wenscht over het gesprokene door den Voor
zitter een en ander te zeggen waarfop de Voorzitter ftet lid
li Mattheussens vraagt of hy erkend in de vorige vergadering hem te
hebben beleedigd. Het lid Mattheussens ontkent dat en zegt den
-1 Burgemeester niet te hebben beleedigd De Voorzitter herhaalt
tot 3 maal toe de vraag die telkens door het lid Mattheussens
wordt ontkend De Voorzitter weigert het lid Mattheussens dan
het woord te voeren en waar deze zich niet stoort aan de woorden
<*van den Voorzitter en na herhaalde malen door den Voorzitter
{O het woord te zyn geweigerd blyft hy doorzetten en zegt zich
niet aan de leidinf van den Voorzitter te willen onderwerpen en
S te zullen spreken
Be Voorzitter maakt dan gebruik van art.72 en stelt voor he
'f* lid Mattheussens de toegang tot de vergadering te ontzeggen
Het voorstel van den Burgemeester wordt met 3 tegen 1 stem
aangenomen
v Voor de leden s van Gorsel Jansen en Kil
Tegen het lid Verduit