De Voorzitter zegt» dat zulks zonder de rondvraag evengoed
mogelyk is door hen die b.v. 2 t 2l± uren voor de vergadering
schriftelyk toe te zenden
Het lid Suykerbuyk zegt dat niet juist te vinden daar dat niet
X^et^id Mattheussens zegt dat hy het verkeerd acht» wanneer
er geen rondvraag is omdat dan de leden bepaalde aamgelegenheden
niet naar voren kunnen brengen
De Voorzitter zegt dat hy het den Kaad overlaat om de rond
vraag in te voeren, dat deze volgens het Keglement van Orde thans
niet moeten plaats hebben dat hy Z 20 jaren Burgemeester is en
noodzakelykheid der rondvraag nog niet kan inzien en nooit ingezien
heeft en dat hy op te stellen vragen nooit direct zal antwoorden
Het lid Suykerbuyk zegt dat verleerd te vinden, daar de rond
vraag er moet zyn om onmiddellyk antwoord te krygen en stelt voor
de rondvraag in te voeren
Met li tegen 3 stemmen wordt daartoe besloten
Voor de leden: Mattheussens, Verduit, Suykerbuyk en kooymans
Tegen de leden: Kil van Gorsel en Jansen
Het lid Kil zegt dat waar de Burgemeester toch niet zal ant
woorden hy tegen de invoering der rondvraag stemde aangezien die
dan toch geen nut heeft
De Voorzitter zegt dat hy er nogmaals op wyst dat hy op geen
enkels vraag antwoord zal geven en zulks om te voorkomen dat hem
later ten laste zou gelegd worden dat hy den een wel den
ander geen antwoord geeft
Het lid Mattheussens geeft daarover zyn misnoegen te kennen
ze&t dat zulks een ongehoorde toestand is en zegt dan
Ik trap het af ik wil niet langer hier by die bende zyn.
De Voorzitter Bende Bende t oiJ
Het lid van Gorsel Wat zegt IJ Wat zegt U daar
De Voorzitter wyst het lid Mattheussens dan op zyn ongehoorde
uitdrukking, acht een dergelyke uitlating meer dan ergerlyk en
feliciteert de raadsleden met het gezegde van de wethouder
Mattheussens tevens plaatsvervangend Burgemeester, die den^Kaad,
het hooge College in en van Ossendrecht voor een bende uit
maakt en wyst er Mattheussens op, dat als er van een bende in
Ossendrecht sprak© is die elders huist, doch niet op het raad-
^^Het lid Mattheussens die byna het vergaderlokaal heeft verla
ten keert terug en zegt dan dat hy niet de raadsleden bedoeld,
doch dat de Burgemeester de grootste bende is
De Voorzitter dankt het lid Mattheussens voor die mededeeling,
zal daarvan goede nota nemen en een en ander in de notulen opne
men en sluit zonder meer de vergadering
De wethouder
Burgemeester
ijk