i -£»• de vergadering van den Raad van 8 December 1931 werden door den secretaris de notulen met bekwamen spoed behandeld en ter secreta rie getypt. Het gevolg was, dat deze reeds bij de stukken voor de eerst volgende vergadering van Burgemeester en Wethouders ri.l, van den 16 December 1931 ter lezing en ter behandeling werden gevoegd, In de verga dering van 16 December 1931 werden zij uitgesteld, hetzelfde vond plaats bij de vergadering van Burgemeester em Wethouders van 23 en 30 December 1931, niettegenstaande die notulen door mij op verzoek van wethouder Verdultde notulen zelfs des namiddags ter lezing werden nedergelegd en waarvan wethouder Verduit gebruik maakte althans hij kwam »s middags ten Raadhuize» In de vergadering van Burgemeester en Wethouders van 5 Januari 1932 bracht ik ze weer ter bespreking aan de orde en zeide wethouder Mattheussens die "vlak voor de vergadering te zullen lezen". De Voorzitter voegt daaraan toe dat hij de handelingen der wethouders zeer vreemd vindt ten opzichte der notulen en dat daaruit moge blijken dat zij angstig zijn hunne bemerkingen te voren met den Burge meester te behandelen. Het lid Mattheussens blijft bij zijn meening, dat deze aan gelegenheid bij de vaststelling der notulen thuis hoort, waarop de Voor zitter zegt, dat, wanneer het lid Mattheussens over die aangelegenheid doorgaat hij hem het woord zal ontnamen en merkt op, dat het nu alleen gaat of de notulen zooals die werden opgemaakt, weergeven, hetgeen in die vergadering werd behandeld en besproken. Het lid Mattheussens zegt, dat de Voorzitter in de vorige vergadering sprekende over het Burgerlijk Armbestuur, heeft gezegd, dat in het Burgerlijk Armbestuur alleen ingezetenen der gemeente kunnen zit ting nemen, en dat hij dat niet begrijpt daar hij zelf toch ook lid is van het Armbestuur te Putte, waarop de Voorzitter zegt, dat het hier daarover niet gaat en alleen o-ver de vaststelling der notulen en of die juist weergeven hetgeen in de vorige vergadering werd behandeld. Het lid Mattheussens zegt zich daaraan niet te storen en gaat onverstoord verder, waarop de Voorzitter hem het woord ontneemt, hetwelk het lid doet uitroepen "Dan stem ik tegen de vaststelling der notulen". De Voorzitter brengt de notullen, waar niemand er het woord verder over verlangd, in omvraag, welke met 5 tegen 1 stem onveranderd worden vastgesteld. Voor de leden Verduit, Suijkerbuijk, Rooymans, Jansen en Kil, Tegen het lid Mattheussens. Buiten stemming bleef het lid van Gorsel daar hij de vorige vergadering niet heeft bijgewoond, 2, Mededeeling van ingekomen stukken, a„ Schrijven d.d, 19 December 1931 van den heer Th.J.M, van Aalst, dat hij de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur niet aanneemt b. Schrijven d.d, 11 December 1931 van den heer G»C. Jansen landbouwer, dat hij de benoeming tot lid - werkgever van de commissie van Toezicht op het Correspondentschap der Arbeidsbemiddeling niet aan neemt, c. Schrijven ongedagteekend) van den heer J,B, Schroeyers smid, dat hij de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aanneemt d. Schrijven d,d. 21 December 1931 van J.H. Hendriks, pan- nenfabrikanthoudende mededeeling, dat hij de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aanneemt. f. Verslag van de plaatselijke schoolcommissie over 1931 g. Besluit van heeren Ged. Staten van 16 December 1931. G Nr. I a? J

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1932 | | pagina 9