Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Ossendrecht van Woensdag
9 November 1932 n.m. 7 uur
Aanwezig zyn de leden Mattheussens 0. P.J«Verduit PJ
Suykerbuyk J.J.Rooymans W.P.Jansen en B.G.van Gorsel
Voorzitter F.J.van de Ven burgemeester tevens secretaris.
De Voorzitter opent om 7 uur 15 minuten de vergadering stelt
nadat hy by loting de heer Suykerbuyk als voorstemmer heeft aange-
wezen achtereenvolgens aan de orde
1Vaststelling van de notulen van de vorige
vergadering
Het lid Mattheussens zegt, dat hy eerst een protest moet
doen hooren tegen de valsch© insinuatie in de notulen opgenomen
en door hem absoluut niet gezegd
Hy zou, volgens de notulen in opdracht het stuk van den
Burgemeester tegen Kriesels niet hebben onderteekend en wil hier
wel'verklsren, dat hy in deze questie een objectief en onpartyüig
standpunt heeft ingenomen, hy zegt het stuk van den Burgemeester
niet te hebben geteekend omdat hy zich met de zienswyze van
den burgemeester niet kan vereenigen en zegt dat dit heel wat ande
der s is dan in de notulen is vermeld
Vervolgens beweerst het lid Mattheussens niet van den Ouden
Raad te hebben gesproken doch van den thans zitienden raad, en
ten derde laat men hem iets zeggen, hetgeen de heer Kil heeft
gezegd
De Voorzitter zegt, dat hy over de insinuatitie1s niets zal
zeggen, dat het lid Mattheussens heeft gesproken als het in de
notulen is vermeld, dat hy het lid Mattheussens zal laten protes
teer en, zegt dat hy gesproken heeft als in de notulen is vermeld,
en dat het daarmede uit is Verder heeft het lid Mattheussens
wel degelyk gesproken over den ouden Raad als is vermeld en dat
het juist"is, datv het lid Kil sprak over de werkzaamheden der
Commissie van voorbereiding en niet het lid Mattheussens en dat
hy de gemaakte fout zal verbeteren, waartoe hy onmiddellyk
overgaat
De notulen worden daarna met algemeene stemmen onveranderd
vastgesteld
2. Brief van H,Kriesels. d.d, 8 November 1932 inzake de
landbouwcursus
De Voorzitter zegt, dat van Kpi©gels, de land- ©n tuinbouw-
onderwyzer, een schryven is ingekomen waarin hy op een zeer
onbehoorlyke wyze tegen de Burgemeester te keer gaat, dat hy
o.m. schryft dat hy nog meer dergelyke brieven in elke volgende
vergadering zal indienen en dat, waar de Raad in de vorige verga
dering heeft besloten deze aangelegenheid als afgedaan te be
schouwen hy voorstelt het schryven voor kennisgeving aan te nemen.
Het lid Mattheussens zegt het zeer onjuist te vinden, dat op
een dergelyke wyze met genoemd schryven wordt gehandeld, dat vol
gens hem het hoor en wederhoor dient toegepast te worden en dat
de houding van den Voorzitter zeer onrechtvaardig is
Het lid Verduit zegt dat hy zich in de vorige vergadering
zich er mede heeft kunnen vereenigen dat de zaak welke toen
aan de orde was, als afgedaan werd beschouwd, doch zegt dat deze
nu een geheel andere zaak is
De Voorzitter handhaaft zyn voorstel, dat mefader stemming wordt
aangenomen
Het lid Mattheussens vraagt dan stemming, waarna de Voorzitter
hem opmerkt, dat het te laat is en stelt aan de orde «het volgende
agenda punt, waarna het lid Mattheussens protesteert tegen een
dergelyke handelwyze
"■-»