71"
v
steeds met genoegen - toch wel een oordeel over hen zal kunnen
vallèn. Ik vind het een bêfteediging aan het adres van personen
als de Heeren Van Gorsel Jacobs en alle a ndere, dus ook den
eigen oom van den tegenwoordigen wethouder n. 1, de heer Jos Matt-
heussens en Ik vind het ergerlijk dat een dergelijke uitlating
moest aanhoort worden door 3 zoons van een vorig wethouder in de
ze zaal aanwezig en die nog moesten lachen als wethouder Matt-
heussens dat zeiüe.
De Burgemeester van Ossendrecht,
(get) F. J, van de Ven.
Het lid Mattheussens zegt, door den Voorzitter met zijn uit
eenzetting overvallen te zijn en zal in de volgende vergadering daarop
van antwoord dienen.
Alvorens verder te gaan zegt de Voorzitter dat hij door de
wethouders in de vergaderingen van den Raad en vah Burgemeester en Wet
houders, wanneer daarbij arbeiders aanwezig waren, werd uitgemaakt voor
"een drijver" een "oplichter" een "onbetrouwbare" en een "opruier" en
dat hij, wanneer de wethouders of een lid hunner fractie hem andermaal
op een dergelijke wijze beleedigen, hij zonder meer de vergadering zal
schorsen, aio hion punt 1 deai agürtda»
1, Vaststelling van de notulen
van de vorige raadsvergadering.
Het lid Suijkerbuijk wil de jaarwedde van den Ontvanger
bespreken mede in verband met de salaris-regeling van hem als 1ste
Ambtenaar ter Secretarie en de behandeling dier aangelegenheid in eene
vroegere vergadering en dat deze lager moet zijn als zij nu i^ vastge
steld, De voorzitter merkt het lid Suijkerbuijk op dat het nu niet
gaat over het salaris van den ontvanger, en zegt dat de regeling destijds
werd vastgesteld in verband met de klasse der gemeenten met 2000 tot
3000 zielen en kan niet toestaan dat daarover nog gesproken wordt.
Het lid Mattheussens bevestigd het gevoelen van het lid
Suijkerbuijk en dat meerdere oud-raadsleden die hij er naar vroeg het
zelfde hebben verklaard.
De Voorzitter zegt, alvorens aan het lid Mattheussens het
woord toe te staan het volgende te moeten meedeelen
In