v,4 I i x oooo c. c nel-. V Het lid Mattheussens vraagt verder naar de raming van ver schillende belastingen,welke z.i. door den Inspecteur anders zijn geraamq- dan in de begrooting is weergegeven. t De Voorzitter licht deze aangelegenheid toe, waarna het lid Mattheussens eene bemerking maakt, waarbij de Voorzitter opmerkt, dat bij de eene belasting het volle, en bij de andere het ^/3 is te^ramenjéji ver wijst hem verder naar de begrootings - en rekeningsvoorschriften ?/aar eer- en ander is te vinden» Vervolgens wordt de begrooting met algemeene stemmen opnieuw vastgesteld in verband met de verschillende gevallen beslissingen, 15. Vaststelling van een verordening tot afwijking der '.1 inke 1 aluifongswet De Voorzitter zegt dat de leden een concept verordening hebben ontvangen en dat daaruit dient te vervallen het tijdvak van 1 tot en met 5 December 1951, hetwelk de wethouders daarin gaarne opgenomei, zagen en wel omdat zulks in de wet is geregeld. Het lid Jansen vraagt of de winkelsluitingswet de menschen vrij laat in zake de opening der winkels, waarop de Voorzitter zegt, dat^ juist deze wet er is om dat te regelen en dat de Raad de bevoegdheid heel enkele "wijzigingen, althans tijdvakken ofi dagen kan aanwijzen, waarin helj sluitingsuur wordt gewijzigd. Het lid Jansen zegt, dan dat er menschen bij hem zijn gewec die gevraagd hebben de wet nog strenger te willen toepassen dan zij is, en vraagt of de winkeliers, wanneer zij later zouden komen om het een of ander gewijzigd te krijgen, daartoe kunnen overgaan. De Voorzitter zegt, dat zij dat kunnen probeeren en wanneer zij een onjuistheid of minder goede regeling ontdekken kunnen zij alsnog verbetering vragen. Het lid Jansen- zou des Zondags om 1 uur willen sluiten of j de winkeliers dan ook vrijaf te geven en is er van overtuigd, dat al hee! spoedig zal blijken, dat men er aan gewaöd is geworden. Het lid Verduit kan zich met het voorstel van Jwaeen niet vereenigen en zegt, dat winkeliers die om 1 uur willen sluiten dat kunne), doen en merkt op, dat het hier toch allemaal winkeliers zijn d5,e eigen "b £13.3 zij 11 Het lid Jansen voelt zich met deze questie een beetje overvij vallen en zou de beslissing willen verdagen tot een volgende vergadering^ De Voorzitter zegt, dat de wet eerlang wellicht 1 Maart 1931 in werking treedt, dus z.i» is uitstel te ontraden» Het lid Mattheussens wil het punt eveneens aanhouden. j De Voorzitter blijft het ontraden, want als op 1 Maart a.s»; de wet in werking treedt hij de wet moet toepassen als zij is, want de eventueel vast te stellen verordening tot regeling dezer aangelegenheid behoeft de Koninklijke goedkeuring en dat is zoo' maar niet op stel en 3prong goedgekeurd, wijl daarvoor tijd noodig is. Het lid Kil zegt ook tegen het voorstel van Jansen te zijn, daar hij de menschen wil vrij laten. Het lid Verduit is tegen dat voorstel en verzoekt het niet i aan te nemen wijl Ossendrecht vlak tegen de grens ligt» Het voorstel van den heer van Gorsel wordt daarna met 6 tegen 1 stem verworpen. Vóór het lid van Gorsel. Tegen de leden: Mattheussens, Verduit, Suljkerbuijk, Rooy> mans, Jansen en Kil. Het ontwerp-verordening wordt daarna met 6 tegen 1 suem aangenomen. Vóór de leden; Mattheussens, Verduit, Suljkerbuijk, Rooy- mans, Kil en van Gorsel» Tegen het lid Jansen. 16. In j* i i1 - U

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1932 | | pagina 21