7? flinke verbetering konden ondergaan op het Hondseind en dat daardoor - werd voorkomen, dat zooals vóór dat jaar, een geldleening ad f.4000'.~, moest aangegaan worden, waardoor de Raad thans gemakkelijker f.4000„=. t kan leenen ten behoeve der werkverschaffing en zegt dan uitdrukkelijk dat de vorige Raad wel degelijk aan werkverschaffing had gedacht, dit in tegenstelling der beweringen van de wethouders en zegt er niet meer van te willen zeggen. Het lid Kil komt op tegen de beweringen van het li# Verduit als zou hij eenige maanden terug niet aan werkverschaffing hebben gedacht en merkt op, dat hij reeds dadelijk, in de eerste vergadering van den nieuwen Raad om eene behoorlijke werkverschaffing voor de werkloozen heeft gevraagd, hetzelfde deed hij weder in de volgende vergaderingen en in de vergaderingen van de commissie-vergaderingen, die uren lang duurden en waarbij de vuist op tafel kwam, dat de wethouders uren lang^ hebben gesproken doch daden hunnerzijds bleven uit en dat als de fractie Mattheussens het voorstel van den Voorzitter had aangenomen de werkver» '1 schaffing reeds 2 maanden in werking was gesteld en dat thans nog niets is geschied. Het lid. Mattheussens zegt, beangstigd te zijn in deze verga dering het woord te voeren daar hij bang is iets te veel te zullen zeg gen en dat niet wil, omdat de belangrijkheid der agenda medebrengt dat die heden wordt afgehandeld. De Voorzitter: "Ja, ik waarschuw U fatsoenlijk te zijn, daar ik anders de vergadering onmiddellijk schors tot Dinsdagmorgen 9 uur" en merkt verder op, dat deze waarschuwing niet alleen geldt voor deze vergadering doch voor alle volgende vergaderingen. Het lid Mattheussens zegt toch te mogen zeggen, wat hij in het belang der gemeente meent te moeten zeggon, waarop de Voorzitter hem antwoordt geen beleedigingen aan zijn adres te richten en vooral netjes te zijn. Het lid Mattheussens zegt dan, dat het vorig gemeente-be- f stuur te royaal met de gelden is omgesprongen en dat, als het vorig gemeente-bestuur een beetje zuiniger met het batig slot 1930, dat dan toch ruim f.8000.=. was, had omgesprongen en wat vooruit had gezien, dat het dan eenige duizende guldens had kunnen besteden aan de werkver schaffing in plaats van aan de keiwegen,hetwelk niet dringend was en zegt, dat het dit was dat de heer Verduit bedoelde. j Het lid Jansen zegt, het lid Mattheussens maar steeds te hooren hameren op het vorig gemeente-bestuvir en dat de leden van den ouden Raad het bij hem maar steeds hebben, gedaan en dat waar in de motie| wordt gesproken van de verkeerde houding van den gemeenteraad volgens zijne meening dat voortkomt uit de handelingen der fractie Mattheussens die het oude gemeente-bestuur er maar steeds met de haren bijslepen en afkammen. Het lid Verduit bestrijdt defa Voorzitter en zegt, dat het batig slot toch zeker f.1619.10 is geweest, en dat hij daarover niets meer wil zeggen en dat hij niet heeft gezegd dat Kil tegen de werkver schaffing was, doch dat hij er niet aan heeft gedacht, en wat het lid Jansen betreft, zegt hij, dat de verkiezingen het wel hebbeTi uitgewezen. De Voorzitter: "De verkiezingen het uitgewezen ik zal daar over maar zwijgen, want anders zou ik nog dingen moeten zeggen, die U minder aangenaam zijn om te hooren". Het lid Mattheussens dringt er op aan om maar verder te gaan daar zij toch niet mogen zeggen wat zij willen. De Voorzitter: "Jawel, doch men moet netjes zijn en eerlijk". Het lid Kil wil de motie verder maar ter zijde leggen, waar aan wordt voldaan. 14. Behandeling van de 2e nota van aanmerkingen d.d. 3.5 Januari' op de begrooting voor"T532T De Voorzitter geeft voorlezing der algemeene opmerking aan gaande eene begrooting waarin de uitgaven grooter zijn dan de ontvang sten, waardoor een gedeelte ongedekt blijft, en verwezen wordt naar het Koninklijk

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1932 | | pagina 18