I i Met algemeen© stemmen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen» 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van eene "vergoecTlng aanheb FraHcP weerpersoneel over 1931, De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor die vergoeding per brandweerplichtige te bepalen op f,5,=. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen» 7o Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeente-begroot ing' 19.517 De Voorzitter zegt, dat dit voorstel bij Burgemeester en Wet houders niet is afgewerkt zooals het behoort en dat op de begrooting 1931 eenige wijzigingen zijn aan te brengen o.m. a. wegens reis- en verblijfkosten b» extra subsidie over 1931 voor werkloozenkassen tot een bedrag van f,2040.45 c» verhooging der subsidie van werkloozenkassen tot een bedrag van ongeveer f„1000.~. d» bijdrage aan de gemeente Bergen op Zoom wegens bijdrage voor de Lage Nijverheids-onderwijswet tot een bedrag van f.10.14 e. vermoedelijk enkele andere uitgaven en f. dat hij door Vermindering van posten aan uitgaaf over 1931 zal trachten deze uitgaven te dekken en verder door verhoo ging van enkele posten van inkomsten, welke daarvoor in aan merking 'kunnen komen en stelt voor in dien geest een besluit te nemen» Het lid van Gorsel vraagt nadere toelichting over de extra sub sidie 1931 der werkloozenkassen, waarop de Voofezitter zegt, dat in 1931 aan den landarbeidersbond eene extra uitkeering, naar hij meent van 7 weken werd toegestaan waarvan gebruik werd gemaakt, en dat zulks deze ge meente op f.2040.45 komt te staan. e Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorsteil van den Voorzit ter aangenomen» 8. Benoeming van een plaatsvervangend wethouder, (niet-aanneming der "benoeming door het raadslicT C»~F^ Jansen]" De Voorzitter zegt, dat de tot plaatsvervangend wethouder be noemde heer W.P. Jansen, zijne benoeming niet heeft aangenomen en ver zoekt de leden hunne stem op een ander raadslid uit te brengen.^ Het lid Mattheussens zegt dit punt van de agenda te willen af voeren, omdat er, naar hij heeft gehoord, geen liefhebberij meer bestaat voor het waarnemend wethouderschap. De Voorzitter zegt, dat hij dat geen reden vindt en het beter acht tot stemming over te gaan, waaruit dan kan blijken, hoe er door de leden over gedacht wordt en dat zij, die geene benoeming wenschen dan eenvoudig blanco kunnen stemmen en merkt verder op, dat hem de bedoeling der wethouders met betrekking tot de benoeming van een plaatsvervangend wethouder nooit duidelijk is geweest en dat hij aan hun verzoek om dat punt op de agenda te plaatsen heeft willen voldoen. Uitgebracht worden 7 stemmen waarvan 1 op het lid W.F. Jansen en 6 in blanco» De

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1932 | | pagina 13