vorigen keer, doch dat hij het vreerad vond, dat de wethouders als hen het proces-verhaal der kasopname ter teekening werd aangeboden dat aanvankelijk niet durfden te teekenen en eerst den laten ambte naar ter secretarie nog om inlichtingen moesten vragen over het ver melde bedrag der inkomsten 1931, en wel of die juist waren, hetgeen hem den Indruk gaf, dat de wethouders niet wisten wat zij gedaan had den of wel foutieve bedragen hadden vermeld. Het lid Mattheussens "Maar wij waren toch eerder klaar dan U". De Voorzitter s "Maar hoe?" Let eens op uw handelingen!, 4. Verzoek van D van der Poel tot het oprichten van een radio-centrale. De Voorzitter zegt, dat hij van Burgemeester en Wethouders natuurlijk geen voorstel in deze heeft, dat de wethouders hem in de laatste vergadering van Burgemeester en Wethouders gevraagd hebben, of hij (Burgemeester) elders inlichtingen had ingewonnen en dat hij hen toen, op eerste aanvrage, het afschrift van de vergunning der ge meente Halsteren, alwaar een radio-centrale is, ter hand heeft gesteld en dat hij op het verlangen der wethouders elk raadslid een afschrift toegezonden heeft. Het lid Rooymans zegt dan dat hij aan een gemeente om in lichtingen vroeg en vraagt of hij die mag voorlezen. De Voorzitter antwoordt, dat hij dat ook wel kan, want dat hij die zelfde voorwaarden welke Rooymans wil voorlezen in zijn bezit heeft en merkt op, het zeer vreemd te vinden, dat toen Donderdag 1,1. de wethouders in de vergadering van Burgemeester en Wethouders hem inlichtingen vroegen en hij die gaf met overlegging der Halstersche voorwaarden zij, de wethouders, zv/egen, hun van elders ontvangen voorwaarden niet naar voren brachten, hoewel die bereids bij hun fractie hadden gecirculeerd en dat er toch geen bezwaar kan bestaan dat ook de andere raadsleden die voorwaarden kenden en zegt dat zulks geen samenwerking zoeken is. Het lid Mattheussens zegt, dat de Voorzitter stukken die bij Burgemeester en Wethouders thuis behooren achter houdt. De Voorzitter ontkent dat en tart het lid Mattheussens dat te kunnen bewijzen, daar hij steeds alle stukken overlegt, al wordt door denwethouder^ het tegendeel beweerd en hij door hen beiden (Wethouders wordt gehinderd en minder netjes weggezet, en zegt zich van hun doen en laten niets aan te trekken en rustig verder te gaan al' wordt hij dan door hen weggezet als een "drijver en "onbetrouwbare" Het lid Mattheussens "Dat zijt ge ook en nog veel meer". De Voorzitter schorst daarna zonder meer - in overeenstemming met zijne bij den aanvang der vergadering gedane verklaring - met - forschen hamerslag de openbare vergadering tot Maandagmorgen 9 uur. Nadat de vergadering is geschorst zegt het lid Mattheussens: "Dan wil ik ter wille der afhandeling van de agenda en, wijzende op de publieke tribune, om wille der aanwezige' werklooze arbeiders, voor dit maal mijne woorden wel terug nemen". De "Voorzitter "Niet noodig, devergadering is geschorst en blijft geschorst tot Maandagmorgen 9 uur, dan kunnen de heeren terug komen. Het lid Mattheussens "Dan blijven wij maar doorvergaderen" De Voorzitter "Wel ja, maar ik neem de stukken mee" en verlaat de vergaderzaal. Op Maandagmorgen 25 Januari 1932 voormiddag 9 uur 6 minuten heropent de Voorzitter de vergadering. Aanwezig zijn de leden B.G. van Gorsel, P.J. Verduit, P.J, Suijkerbuijk, J.J, Rooymans en G. Kil, Afwezig zijn de leden W.F, Jansen en G, Mattheussens, De Voorzitter begint met de afwerking der agenda en stelt aan de orde punt 4, Verzoek

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1932 | | pagina 11