De Voorzitter zegt dat niet te betwisten, doch merkt op,
dat hem niets gevraagd is en hy daarom ook niets mede deelden
Met I4. tegen 5 stemmen wordt daarna het lidmaatschap der
vereeniging opgezegd
Voor de leden Rooymans Kil en van dorsex
Tegen de leden; Mattheussens, Verduit, Suykerbuyk en Jansen,
De Voorzitter zegtv het besluit te bejammeren en zal o.e
vereeniging er mede in kennis stellen
Burgeriyken stand
Het lid Mattheussens zegt, dat het niet noodzakelyk is een
ambtenaar van den burgerlyken te bezoldigen daar deze zyn
werkzaamheden verricht gedurende den tyd dat hy voor de gemeente
werkzaam is zoodat dat werk niet extra moet bezoldigd worden
en te meer niet omdat de ambtenaar een behoorlyk salaris genietj
terwyl de gemeente niet over d© volle 100 procent kan genieten,
omdat 30% van zyn werkkracht elders wordt besteed en is er daar
om voor de Ambtenaar niet merder meer te bezoldigen, hetgeen een
heele bezuiniging feeeft
De Voorzitter zegt zeer te betwyfelen, ox het idee van heb
lid Mattheussens eenige bezuiniging geeft of beter hy zegt
dat het léde van dat lid de gemeente geld kost daar, wanneer
die ambtenaar wordt ontslagen hy gedurende 20 jaren een
wachtgeld is te verleenen volgens ......het ambtenaren reglement
YerddP moet een ander benoemci worden en aan hem liet salaris
uitgekeerd worden
Het lid Mattheussens vindt dat geen bezwaar, daar dan ©en
ambtenaar kan benoemd worden, die ter secretarie werkzaam is en
het werk voor niets heeft te doen
De Voorzitter zegt, dat geen enkele ambtenaar te vinden zal
zyn, die een functie aanvaardt en daarvoor geen bezoldiging
kan ontvangen Het lid Mattheussens vraagt den Voorzitter dan om
het werk voor niets te doen en het geraamd salaris in de gemeente
kas te laten omdat zyn salaris toch al veel te groot is
De Voorzitter zegt daaraan nooit te denken daar hy voor zyn
gezin werkt
Verzekering invaliditeit, ziektewet, enz.
De Voorzitter zegt dat op dezen post de kosten der sociale
wetten nog niet vermeld zyn en dat daarom deze post nog moet ver-
hpogd worden
Aflossing geldleenlnge»
Het lid Mattheussens zegt, dat hem thans gebleken is, dat zyn
bewering destyds den Raad gedaan juist is gebleken, hetgeen ulo
de cyfers der begrooting blykt en dat de schuldenlast wel degelyk
f 72900,- bedraagt
De Voorzitter wyst er het lid Mattheussens op, dat hy des„ycis
onjuiste en misleidende cyfers aan den Raad gaf en dat zyn over
zicht geheel foutief was, dat de wyze en de inrichting van zyn
overzicht totaal onjtiist waren en dat het feit is dat
Mattheussens een onjuist overzicht gaf
Het lid Mattheussens zegt, dat de Voorzitter van den weg
afdwaalt, waarop deze antwoord, dat Mattheussens een onjuist
inzicht geeft en dat Mattheussens een misleidend overzicht gaf en
nu dat wil goed praten
Hetb lid Mattheussens zegt dat het er niets toe doet, ol ole
gelden in 1916 of in 1919 zyn geleend en dat het er om ging hoe
groot de schuld was 1
De Voorzitter zegt, nog eens dat het lid Wlattheussens de zaak
verdraait en dat het niet hetzelfde blyft, wanneer er toen ge
leend werd en als er een overzicht wordt gegeven, dan moet dat
maar juist zyn, en merkt uit drukke Ivk opda
Mattheussens onjuist en de zyne al en_jMxdb
dat de cyfers van
war
en,