Het lid Mattheussons vindt het salaris van don ontvanger met een verhooging van ruim f 200.- nog al veel waarop de Voorzitter zegt, dat er niets aan te doon is zooals by de wethouders Het lid Suykerbuyk zegt, dat hot nog al gemakkelyk gaat en vraagt waarde oenten vandaan moeten komen Het lit Mat theussens vraagt mededeeling van hot raadsbesluit van 9 Juni waarby de Ontvanger door den ouden Raad zoo plotse ling werd benoemd waarby het lid Verduit zich aansluit en dat ook hy van mooning is dat daar hooi wat geheimzinnigs mede »*©- beurd is pG Voorzitter zegt, dat er niets geheimzinnigs gebeurd is de vorig© Raad nam goed en duldelyk ingelicht zyn besluit on gooft dan uit de notulen der raadsvergadering van 9 Juni 1.1. de noodig© inlichtingen waaruit do vorkregen mindere uitgaven worden opgesomt/ welke van hot salaris van Jansen werden afgenomen onder opmerking, dat de Voorzitter don wethouders dien morgen alles van a tot z hoeft medegedeeld on aangetöond Hot lid Mattheussens vindt hot een mooi parceren met de verkregen oezui.nlging waarvan niets te recht is gekomen en zegt tot den Voorzitter dathy' wel wist, dat het salaris wel o:uh,oog zou gaan, waarna de Voorzitter zegt dat van parceren hoegenaamd geen sprake j is en dat hy niet wist, dat het bevolkingscyfer omhoog zou gaan en vraagg het lid Mattheussons of dat misschien ook de schuld van den Voorzitters is Hot lid Mattheussens zegt dan, dat er van al die bezuiniging niets is te recht gekomen, dat al die bezuiniging deotyds mooi werden voorgespiegeld en dat men or niets mode opgeschoten is De Voorzitter zegt, dat;de wisseling van den Ontvanger ik elk goval voor Ossendrecht een aanmerkelyke vermindering van uitgaven met zich bracht on als die toen ruim f 900,— was die nu .toch noch f 700,- blyvon Hot lid Mattheussons gaat voort en zegt dat men iets dorgclyks uit aon hook moest halen, wyl de bakens moesten verzet worden D® Voorzitter zegt tot hot lid Mattheussens zoo iets niet te moeten •uiten en geen beweringen aten en be schuldigen richten aan een vorig Coxlego dat zich hier thans niet kan verantwoorden en zegt de handelingen en van den vorigen raad nog niet zoo kwaad te vinden Het lid Mattheussens zegt mot nadruk dat het naar oen bankroet van de gemeente gaat, welk® tot slot geen recht van bestaan meer zal^hebben cn annexatie onvermydelyk moot volgen hotgoen de oor zaak is van het dryven van don Burgom©ostor De Voorzitter zegt als hier van doordryven sprake is, dat zulks niet van zyn® zyde komt, waarop het lid Mattheussons opmerkt, dat der! toestand der gemeente .or wel naar is waarna d® Voorzitter te kenner! geeft, dat clorgelyk© uitlatingen hier niet moeten gedaan worden en keurt net neerhalen der crediot—waardigheid dor gemeente ten sterkste af Het lid Suykerbuyk vraagt of er niets op gevonden kan worden om do verhooging tegen to gaan, daar het z.i. hier altyd hetzelfde ion, dat ©enig® mensehen de' centen opstryken, waarop de Voorzitter, Suykerbuyk verzoekt die uitlatingen achterwege te laten Het lid Mattheussens vindt het wel eigenaardig dat de Vor|ge ont vanger zoo overhaast zyn ontslag moeit nemen pc Voorzitter verzoekt het lid Mattheussens te zeggen Ontslag nam want dadelyk gaat hy Mattheussens, nog beweren, dat de ontvan ger van den Burgemeester zyn'ontslag moest nemen Het lid Mattheussens zegt, dan, daar zyn vermoeden voor te hebben#! cn zegt dan dat do Ontvanger wol door den Burgome estor zal be-invluonceerd zyn, hetwelk don Voorzitter met do woorden: Hoeft H daar spyt van beantwoordt waarop het lid Mattheussens- met Neon antwoordt Dc Voorzitter maakt een eind aan deze qw.estic en gaat met de volgende bemerking verder 1

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1931 | | pagina 73