Nadat de stemmen zyn uitgebracht gaat de Voorzitter over tot aflezing der uitgebrachte stemmen on zegt dat de beide wethou ders als sternopnemers fungeer on Het lid Mattheussens merkt op, dat d© Voorzitter niet overeen komstig art, 27 van het reglement handelt en dat niet hy do stemmen moet aflezen De Voorzitter zegt, dat het steeds zoo gebeurde en het regle ment er op na zal zien en geeft voorlezing van art, 28 hetwelk op het onderhavige gevak van toepassing is waaruit blykt dat de Voorzitter de uitgebrachte stemmen afleest en hy dus wel overeen komstig het reglement handelde Het lid Mattheussens vraagt of de heer Hendrikx herkiesbaar* is waarna de Voorzitter zulks mededeelt Uitgebracht worden 6 stemmen, waarvan 5 stemmen op het aftre dende lid en 1 stem in blanco D© Voorzitter verklaart de heer J.H.Hendrikx herbenoemd tot lid der plaatselyke schoolcommissie Benoeming van 3 leden in het Burgerlyk Armbestuur De Voorzitter zegt, dat reeds eerder met ingang van 1 Januari i 1932 aan de laden van het Burgerlyk Armbestuur op hun, verzoek eer vol ontslag werd verleend D© Voorzitter zegt nog geen© aanbeveling van Burgemeester ©n Wethouders te hebben Het lid Verduit zegt dan dat de wethouders eerst met den heer Hendrikx, hebben overlegd en dat deze wel lid wilde zyn van het Burgerlyk Armbestuur en dat daarvoor worden voorgedragen 1o, J.H, Hendrikx en L» Verduit 2o J.B, Schroeyors en J.J, Rooymans 30 P. J, Suykerbuyk en H, Erieseis De Voorzitter zegt, dat hy pertinent tegen deze voordrachten is. en zegt het zeer vreemd te vinden dat het lid Verduit thans met voordrachten komt en dat hy het veel beter en gewenschtor had ge vonden, dat deze voordrachten eerst in een vergadering van Burgemees ter en Wethouders waren besproken zooals zulks behoort Het lid Suykerbuyk vraagt waarom de Voorzitter pertinent togen deze voordrachten is De Voorzitter zegt dit voor zich te houden en tegen de voor drachten te zyn, waarop het lid Suykerbuyk opmerkt, dat hy het zoo gemakkelyk vint en dat niet een middel is tot samenwerking Het lid Mattheussens zegt tot den Voorzitter het beter te vin den zoo iets achterwege te laten waarop de Voorzitter hem ant woordt dat hy geen raadslid is en te zullen zeggen, wat hem goeddunkt Het lid Mattheussens zegt, dat als hy zich goed herrinnert B» on W. wel een voordracht hadden n.l, de heer Hendrikx, de Beukelaar en Schroeyer3 waarop de Voorzitter antwoordt dat de heer: de Beukelaar zich niet beschikbaar stelden wanneer de heer Jansen niet tsgelyk werd benoemd Het lid Kil stelt voor niet tot benoeming over te gaan en deze aan te houden opdat eerst B, en W, tot overeenstemming zouden koraen D0 Voorzitter zegt zich daarmede te kunnen vereenigen Zonder hoofdelyken stemming wordt daartoe besloten

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1931 | | pagina 58