Openbare vergadering van den naad
der gemeente Ossendrecht op Dinsdag 1 öeptembe
1931 n.m. I4. uur
Aanwezig zyn B# G« van Gorsel W»F«Jansen* G«Kil, J«J« Kooymans,
F.J.auykerbuyk, P.J.Verduit en C, Mattheussens
Voorzitter F.J.van de Ven, burgemeester tevens secretaris
Tot voorstemmer wordt aangewezen P«J.Buykerbuyk Nr 5
presentielyst
De Voorzitter opent om lp uur 7 minuten de vergadering en stelt
achtereenvolgens aan de orde
1Beëdiging en installatie van de
benoemde raadsleden
dq Voorzitter zegt, dat tengevolge van de op 3 Juni 1931
gehouden stemming tot leden van den Kaad werden benoemd BeG. van
Gorsel, vï#F» Jansen, G«Kil, J»J, Kooymans, PJVerdultPJBuyker-
buyk en 0. Mattheussens dat de naad hunnen geloofdbrieven op
6 augustus 1931 heeft goedgekeurd en als leden van den Kaad heeft
toegelaten dat hiertegen geene bezwaren worden ingediend en dat
zy alvorens hunnen betrekking te aanvaarden de in art „45 &eI>
gemeentewet voorgeschreven eden in zyne handen hebben af te leggen
en vraagt of allen daartoe bereid zyn
Nadat allen zich bereid hebben verklaard zegt de Voorzitter
eerst den zuiverings eed te zullen afnemen waarin de benoemden
zweren, dat zy directelyk noch indirectelyk giften of gaven be
loofd of gegeven hebben om tot lid van den Kaad te worden be
noemd
Nadat allen den zuiverings-eed hebben afgelegd, zegt de voor
zitter den ambtseed te zullen afnemen waarin zy trouw aan de
Grondwet en de wetten des Kyks zweren en dat zy de belangen der
gemeente Ossendrecht met al hun vermogen zullen voorstaan en be
vorderen
Nadat ook dezen eed is afgelegd verklaart de Voorzitter hen
geïnstalleerd als raadslid
2. Benoeming van wethouders
De Voorzitter zegt, dat 2 wethouders moeten benoemd worden en
dat het hier het gebruik is de benoeming te doen plaats hebben
aan de hand der aftredende m.a.w. de vacatures worden aangeduid
met de namen der afgetreden wethouders
a» Benoeming van een wethouder in de vacature van de heer van
Gorsel
Uitgebracht worden 7 stemmen waarvan op G.Mattheussens
stemmen en op B.G. van Gorsel 3 stemmen
De Voorzitter verklaart Mattheussens benoemd tot wethou
der die op de vraag van den Voorzitten zich binnen den wette-
lyken termyn te zullen verklaren