R°ndvraa£ Wethouder van Gorsel merkt op dat hij hoeft vernomen, dat het trarabestuu, voornemens is diensten te laten vervallen en niet meer of veel minder naar de grens zal rijden. De voorzitter zegt, daaromtrent niets officieels te weten, doch zou het niet ondienstig achten daarover tot Gedeputeerde Staten een schrijven te richten. Wordt met algemeene steramen goedgevonden. Verder klaagt hij over het slechte materiaal der trammaatschappij. De heer van Meir klaagt over rondloopers en verzoekt daarop toezicht te doen houden. De voorzitter wijst er op dat hem dat eerder had moeten medegedeeld v/orden, wijl dan met succes ware op te treden. Biets meer te. behandelen zijnde v/ordt de vergadering gesloten. De Wethouder. De Voorzitter,

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1928 | | pagina 20