4!f i 1 'I 'i der gemeente bij hun brief d.d.10 September 1924,Nr»189 den Raad werd aangeboden en tegelijk ter secretarie ter inzage werd nederge- legd. Waar niemand het woord verlangde voor algemeen® beschouwingen gaat de Voorzitter over tot de behandeling der uitgaven. Bij de jaarwedde van den ontvanger merkt de heer Kil op,dat die wedde te hoog isdaar er in Ossendreeht velen zijn,die voor de helft daar van het werk willen verrichten. De Voorzitter antwoordt hem,dat die wedde door Gedeputeerde Staten wordt geregeld en dat er weliswaar velen zijn,die zoogenaamd dat werk voor de helft willen doen,doch dat dergelijke lui het werk onderschat ten en asl zij moeilijkheden hebben het den Burgemeester willen laten opknappen en hij vraagt dan den heer Kil of hij het werk van den ontvanger kent. De heer Kil,hiernaar herhaaldelijk gevraagd,geeft telkens een ontwij kend antwoord,doch moet tenslotte erkennen het werk niet te kennen. De Voorzitter zegt hem daarop,dat hij niet bevoegd is dan om het werk naar waarde te schatten en de wedde te regelen en hij herinnert er aan,dat Gedeputeerde Staten reeds in 1921 op een poging van den Raad om de jaarwedde te verminderen bij schrijven van 21 December 1924 G0Nr,419 bericht ontving,dat de jaarwedde-regeling in eerste instantie aan hen is opgedragen. De heer Kil vindt de jsxxmjts. bijdrage voor pensioen voor den opzichter der gebouwen te hoog. De Voorzitter zegt,dat deze 15$ bedraagt en dat zij juist is berekend. De heer Mattheussens vraagt of niet een wegwerker kan bedankt worden. De Voorzitter zegt,dat er 4 dringend noodig zijn. Bij den post "rijksuitkeering in de jaarwedde van den Burgemeester en Secretaris" stelt de heer Jacobs voor bij de regeering op hoogere bijdrage aan te dringen,welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. Hierna wordt de begrooting met algemeene stemmen vastgesteld,als zij door Burgemeester en Wethouders werd aangeboden. Rondvraag De heer de Koning vraagt of er geen verandering kan worden gebracht in den termijn voor het aanvragen van vergunning om te mogen slachten, daar deze wel wat lang is. De Voorzitter zegt toe na te zullen zien of in dezen termijn geen verandering kan worden gebracht. De heer Mattheussens vraagt of de toestemming tot het werken op Zondag niet alleen door den Burgemeester kan worden gegeven,daar het in sommige gevallen bezwaarlijk zijn kan om eerst den Burgemeester om toestemming te moeten vragen en dan nog de belde wethouders omtrent deze zaak te moeten hooren. De Voorzitter zegt,dat hij niets doen wil zonder de wethouders er in gehoord te hebben,doch dat hij wel bereid is om het bezwaar van den heer Mathlaussens nogmaals in dergadering van Burgemeester en Wethou ders ter sprake xü brengen, De heer Jacobs vraagt,waarom de advertenties van de Vleeschkeurings- dienst in beide bladen zoo groot geplaatst zijn. De Voorzitter zegt,dat de inhoud der advertentie zeer belangrijk was en dat daarom naar zijne meening de advertentie zoo groot is geplaatst Hij zal echter den Directe-ur van den Vieeschkeuringsfiflenst om inlich ting vragen, fiets meer te behandelen zijnde werd de vergadering gesloten. De wethouder, De Voorzitter, it 1i

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1924 | | pagina 16