Openbare vergadering van den raad der
gemeente Össendrecht op Woensdag 1 Aug
1923» des namiddags ten 4 uur.
Aanwezig zijn de hoeren: B.G. van Gorsel en G.F. Jansen beiden
wethouders en de heeren J.F.C. Withagen, D. Simons, M.C. van MeIr
P.A. Jacobs» P.J. Verduit, J.J. Mattheussens, G. Kil en E.J. H. j|«
Adan allen leden.
Voorzitter F.J. van de Ven, burgemeester tevens secretaris» |ii
II
De Voorzitter opent ten 4 uur de vergadering.
Tot voorstemmer wordt aangewezen de heer J.J. Mattheussens nr 3
der presentielijst.
l in
Aan de orde is.
Vaststelling der notulen van
de vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing onveranderd met algemeene stemmen vast
gesteld.
Mededeeling van ingekomen stukken.
a. schrijven van den voorzitter van
het hoofdstembureau waarbij afschriften
van de processenvebaal van stemming en
van het hoofdsterabureau ter verkiezing
van leden van den gemeenteraad worden
toegezonden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. besluit van Ged. Staten van Boord-
Brbant van 30 Mei 1923, G. nr 211,Ille
afdeeling houdende goedkeuring den be
grooting van inkomsten en uitgaven der gemeente
voor 1923.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
c. schrijven van Ged. Staten van Noord
brabant van 13 Juni 1923»G. nr 172,Ie
afdeeling inzake toestand op den Prov.
weg B. op Zoom ïloogerheide
De voorzitter geeft voorlezing van het schrijven»waarna de heer
Adan opmerkt dat dit antwoord wellicht is ontworpen door den t
opzichter van den Prov. waterstaat te Bergen op ^oom.
Wethouder van Gorsel merkt op,dat" bekwamen spoed" niet aanwezig
is, gezien het feit» dat tot heden de weg nog niet is afgewerkt
en het benoodigde aantal keien nog niet is aangevoerd. Verder
liggen regelmatig op den wegberm ploegen en ander materiaal,het
geen verboden is volgens de wegen verordening. Hij stelt voor
een en ander Ged. Staten te berichten en hen te verzoeken in het
vervolg onder de voorwaarden de bepaling op te nemen, dat zoo
goed als alle materiaal aangevoerd is alvorens met de werkzaam
heden kan begènnen worden.
Met algemeene steramen wordt aldus besloten.
d. schrijven van Ged. Staten van Noord
Brabant van 18 Juni 1923 G.nr 434, III
afdeeling A. inzake verhaal van pensioen
bijdragen.
De voorzitter herinnert er aan,dat bij raadsbesluit van 1 Septem
ber 1922 de raad preaievrijpensloen toekende aan eenig© gemeente
ambtenaren. Ged. Staten schrijven nu, dat zij een gelijk gunstige
toepassing voor alle ambtenaren het meeste in overeenstemming mett
de wet achtten en verzoeken daarom het raadsbesluit te herzien.
Met algemeene stemmen wordt het verzoek van Ged. Staten verworpen
i
I