rJsoeV .1 riosr id o a 10. Verzoek van den heer G. Jansen en anderen om premie-vrij pensieen. De Voorzitter deelt den inhoud van het schrijven mede en zegt» op eene vraag van den heer Jacobs, dat Burgemeester en Wethouders geen voorstel hebben. Wethouder van Gorsel zegt tegen te zijn» wijl het toekennen van premie-vrij pensioen een verkpte salaris verhooging is» waar op de voorzitter hem antwoordt, dat al zou het toekennen, van pre- mievrij pensioen eene salaris verhooging zijn, de Raad er toch toe moest besluiten» daar de jaarwedden der 5 request«anten waar lijk niet te üoog zijn en zeker niet die van den 2n ambtenaar» die slechts f 500.— salaris heeft. Verder merkt hij op dat» wanneer deze ambtenaren in particulie? ren dienst waren zij vielen onder de invaliditeitswet» waardoor voor hem moest geplakt worden, doch waar in deze de Raad te be slissen heeft die Korting al of niet voor rekening der gemeente te nemen» wordt daarop steeds afwijzend beschikt» waardoor de ambtenaren ver achter particulieren staan. De heer Adan vraagt nog wat de kosten zullen bedragen» waarop de voorzitter zegt dat die ongeveer f 170.-- bedragen. Bij stemming wordt met 6 tegen 3 stemmen op het verzoek gunstig: beschikt en alzoo aan de reguestranten premie-vrij pensioen toege kend. Tegen de Heeren van Gorsel» wethouder» Jacobs en Verduit. 11. Behandeling van de begrooting der gemeente dienst 1923. De Voorzitter zegt» dat de begrooting gedurende 14 dagen ter secretarie ter lezing heeft gelégen en dat elk lid een memorie van toelichting ontving en vraagt of er leden zijn» die algemeene beschouwingen wenschen te houden» waarvoor zichnniemand aanmeldt. Hij stelt daarna voor eerst de uitgaven te behandelen» waartée wordt overgegaan. Hoofdstuk I. afd.I. art;1. Wethouder van Gorsel zegt» evenals het vorig jaar» te moeten protesteeren tegen deze jaarwedde voorwat de kindertoeslag betreft die zijns Inziens ongehoord is. De Voorzitter wijst hem op de regeling der jaarwedde die krach tens de wet aan Gedeputeerde Staten is en herinnert aan het schrlj ven van Gedeputeerde Staten van 21 December 1921 G. nr 419» naar aanleiding van een raadsbesluit om de jaarwedde van den gemeente ontvanger te ve minde ren. Wethouder van Gorsel zegt» daarmede niets te maken te hebben» doch zijne bezwaren naar voren te moeten brengen. Waar hij niet gesteund wordt» wordt de behandeling zijner op merking niet voortgezet, Hoofdstuk VI. art; 3a. De Heer Adan zegt dat» 20000 keien te weinig voor herstelling is» waarop de voorzitter hem antwoordt» dat wellicht» als de ont vangsten beter vloeien dan geraamd werdt» een nader voorstel is te verwachten. Hoofdstuk IX. art; 2. Op voorstel van den heer Adan wordt deze post met f 20.- ver noegd, wijl 4 x 555.- is f 2220. Hoofdstuk XII. art; 1 en 2. De Voorzitter zegt, dat de laatste aflossing der leening 1883 en de rente daarvan ad f 8.75 niet op den schuldenstaat zijn ver meld, wijl zulks is vergeten en stelt voor de beide posten te ver joegen. Aldus werd met algemeene stemmen besloten. Hoofdstuk XV. art; 1 in 2. Deze worden in verband riet de gevallen beslissingen gewijzigd. O O x 'jU 'O v O 'O 1. J •5 1 «H; O V J - j •-'! f

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1922 | | pagina 32