L Wethouder van Gorsel wijst er op,dat bij de grooting voor het jaar 1921 het lid hVerdult jaarwedde van den. burgemees ter-secretarisdat deze veel te hoog behandeling der be ne eft gewezen op de is.Hij onderschrijft die meening.daar d» s rag W5 levensstandaard zeer verder het toekannen van den kindertoe- een overblijfsel uit de gedrukte tijden eshalve de kindertoeslag moet verdwijnei Wethouder van Gorsel en zal,«Lis de Raad omlaag is gegaan en acht ontoelaatbaar is en Ike achter ons liggen/ De heer Verduit steunt zich hierover niet uitspreektGedeputeerde Staten zelf een brief schrijven om hen op het ongerijmde te wijeen. De heer Jacobs vindt het heel vreemd,dat Gedeputeerde Staten zoo maar kunnen voorschrijven,dat hebben jelui maar te betalen, en vraagt dan waarvoor zij dan lid van de n Raad zijn en dat doo verhindering der j aarwedden bezuiniging plaats heeft. De Voorzitter zegt,dat de jaarwedde-regeling van Burgemeester en Secretaris is opgedragen aan Gedeputeerde Staten,dat zulks sens bevoegdheid is Gedeputeerde Staten ie opgedragen en dat daarvoor het gezegde van het lid Jacobs over iets te zeggen n t« ?r niet thuis hoort,en wat bezuiniging betrefi te hebben hi wordt al heel eigenaardig over bezuiniging gedacht,waar^de heer Jacobs alléén op jaarwedden wil bezuinigen. Wethouder van Gorsel stelt voor een protest in te dienen bij Gedeputeerde Staten over hun besluit en vooral inzake de kinder toeslag, over welk voorstel,gesteund door den heer Verduit en Ja cobs de stemmen staken. Vóór de heeren Jacobs,Verdult,Matth«Bsensvan Gorsel en Jansen Tegen de heeren Withagen,Simomsvan Meir,Kil en Adan. De Voorzitter zal in de volgende vergadering opnieuw over het voorstel laten stemmen» Hoofdstuk II,afdeeling I,artikel 4. Tegen de jaarwedde van den ontvanger komen meerdere leden op. Zij vinden die te hoog» Het lid Kil zegt,dat er verschillende personen in de gemeente zijn,die het ontvangerschap tegen heel wat mindere belooning op zich willen nemen. De Voorzitter zegt daarmede accoord te gaan en gelooft zelfs, dat er wel iemand zal te vinden zijn,die het voor f 100,- wil doen,doch is er van overtuigd,dat hij reeds kort na zijn benoe ming om verhooging zal komen. Verder brengt hij nog in het bid den, dat hoegenaamd niemand weet,wat eraan verbonden is.Hij blijf erbij,dat eene belooning als nu gegeven wordt,in dezen tijd nood zakelijk is,om de werkzaamheden behoorlijk bet aald te krijgen en is er verder van overtuigdgDat Gedeputeerde Staten het gevoe len van den Raad niet deelen en dat van hen geen stappen zullen g&daan worden tot vermindering van de jaarwedde van den ontvan ger, die lijnrecht in strijd zijn met eene behoorlijke bezoldi ging van het ontvangerschap. De heer Verduit zegt,dat de ontvanger minstens f 5.50 per uur heeft/waarop de voorzitter hem antwoordt,dat de heer Verduit dat onmogelijk kan berekenen,daar behalve de vastgestelde uren van dienst de ontvanger nog heel wat uren noodig heeft,om het orxt- vangerschap behoorlijk op te knappen. Als de heer verdult per uur wil berekenen,behoort hij zich eerst ©p de hoogte te stellen van het werk,en dan nog kan hij geen uurloon berekenen,daar er te veel buitnsaf bijkomt. Hij kan evengoed zeggen,dat de ontvan-j .o-er niet eens goed f 0,50 per uur Verdient. Het lid Verdult sltelt voor,met goedkeuren van Gedeputeerede Staten,het salaris van den ontvanger te verminderen,daar hij veel minder werk krijgt. Dit voorstel wordt met negen tegen een stem aangenomen. Tegen de heer Mattheussens Het lid Jacobs stelt voor het presentiegeld van den Raad af te schaffen,waartegen het lid Kil zich verzet» Het lid Verdult maakt er een voorstel van,hetwelk het lid Ja cobs steunt. Het voorstel wordt met acht tegen twee stemmen verworpen. Voor de heeren Verdult en Jacobs. Het lid Adan verzoekt hen,die geen presentiegeld verlangen,het in de armenkas te willenstorten,die uitgeput is. 9

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1921 | | pagina 33