- 15 -
byeenkomst en iedereen was welkom. Hoewel het niet nodig is, zou
het wel correct zijn de raadsleden van de bijeenkomst op de hoogte
te stellen. In het vervolg zal hiermede rekening worden gehouden,
b. De heer VAN DTJIJVENBODE heeft de volgende schriftelijke vraag
ingediend:
Geachte voorzitter,
Uw voorstel tot onderzoek verkoop aandelen sporthal is door het
C.D.A. zeer positief ontvangen. Wij betreuren echter dat de waar
schuwing om er vooral geen politieke zaak van te maken niet door
alle politieke groeperingen begrepen is.
Daar een onderzoek naar de mogelijkheid van verkoop aandelen sporthal
nog lopende is,willen wij u vragen of er door de gemeente al iets
ondernomen is naar aanleiding van mijn brief van 23 oktober 1978,
waarin de volgende vragen gesteld zijn:
Is er al een subsidieverzoek gedaan bij C.R.M. voor het bouwen van een
sporthal bij het Veerhuis en is er al geïnformeerd bij de omliggende
dorpen welke een sporthal bezitten of deze rendabel zijn?
De VOORZITTER geeft hierop het volgende antwoord:
Ten aanzien van de bouw van een sporthal zijn contacten opgenomen met
de industrie met de gedachte een burgerzinactie op te zetten.
Er worden contacten opgenomen met de plaatselijke verenigingen.
Inmiddels zijn er contacten geweest met de provinciale overheid inzake
de haalbaarheid van een sporthal. Binnenkort zal er nog een gesprek
plaatsvinden.
Intern zal aan de hand van de meerjarenbegroting de "ruimte" in de
begroting worden bezien.
Een objectieve beoordeling zal aan een en ander ten grondslag liggen
en het college zal zeker geen politieke zaak hiervan maken.
Anders kan de burgerzinactie wel worden vergeten.
c. De heer VAN GASTEREN heeft de volgende vraag ingediend:
Mijnheer de voorzitter,
Het is bekend dat ik en later ook andere raadsleden een schrijven hebben
ontvangen van de gezamenlijke oudercomités en de oudercommissie van de
plaatselijke scholen.
De inhoud van deze brief is voor mij reden, van mijn verontrusting blijk
te geven over het functioneren van de distriktsgezondheidsdienst
Roosendaal. Een dienst die - volgens de begroting over 1980 - een jaar
lijkse bijdrage van en ten laste van onze gemeente krijgt ad 76.314»
waarvan 54.316,ten behoeve van het geneeskundig schooltoezicht.
Naar de oudercomité1s en oudercommissie schryven, zou in het schooljaar
1978-1979 geen onderzoek door de schoolarts hebben plaatsgevonden, al
thans niet naar behoren.
Ook is er thans nog geen aanwijzing, dat bedoelde onderzoeken wel plaats
zullen vinden in het thans lopende schooljaar 1979/80.
Gezien het grote belang van een geneeskundig schoolonderzoek, welke onder
zoek bovendien door de gemeente al betaald is en wordt, verzoek ik het
college, met de meeste spoed een onderzoek in te willen stellen naar deze
betreurenswaardige gang van zaken en te willen bevorderen, dat bedoelde
onderzoeken dit jaar (schooljaar) nog plaats zullen vinden,
vraag 1. Was het college er van op de hoogte, dat in het schooljaar
1978-1979 geen onderzoek heeft plaatsgevonden?
vraag 2. Zo ja, wat heeft het college toen ondernomen? en wanneer?
vraag 3« Zo door het college niets is ondernomen (of omdat het college
niet op de hoogte was danwel heeft berust in dat gegeven), is
het college dan bereid met de meeste spoed deze zaak bij de
distriktsgezondheidsdienst aan te kaarten?
vraag 4. Is het feit, dat onderzoeken (waarvoor wél betaald is) niet
plaats hebben gevonden, geen reden om het betaalde terug te
vorderen van de distriktsgezondheidsdienst?