- 13 -
De VOORZITTER zegt dat deels gegevens gebruikt kunnen worden. De inven
tarisatie wordt echter geheel overgedaan.
De heer VAR BEEK vindt het een goede zaak, dat het bestemmingsplan
buitengebied in zijn geheel wordt opgepakt.
De heer VAN BEEK vraagt waarom er plotseling een nieuw bureau ingeschakeld
is. Verder vraagt de heer VAR BEEK wat er gebeurt als het voorbereidings-
besluit van De Stoof afloopt en wat daar de consequenties van zijn.
De VOORZITTER licht toe, dat het vorig stedebouwkundig bureau niet
voldoende functioneerde. De opmerkingen van het plan De Stoof waren
dermate, dat het niet verantwoord is nog langer met het bureau samen te
werken. Radat het voorbereidingsbesluit De Stoof zal aflopen, zal een
nieuw voorbereidingsbesluit worden genomen voor het gehele buitengebied.
Er zal dan wel een hiaat in komen, hetgeen de heer VAR BEEK betreurt.
De heer VAR GASTERER neemt aan, dat in de begeleidingscommissie ook
iemand komt te zitten vanuit het milieu.
De VOORZITTER zal bevorderen, dat een zo breed mogelijke vertegenwoordiging
in de begeleidingscommissie zal zijn, doch dit kan op dit moment nog niet
gezegd worden.
De heer OOMER licht toe, dat via de ruilverkaveling er ook mensen van het
milieu zitting in hebben en derhalve de milieuzaken zullen worden behartigd.
De VOORZITTER zegt toe na instelling van de begeleidingscommissie de
samenstelling ervan mede te delen. Zonodig kan informeel overleg gepleegd
worden.
Met betrekking tot de opgegeven kosten merkt de heer VAR GASTERER op,
dat het bedrag een indicatief karakter heeft. Spreker vraagt dan ook
of dit bedrag voldoende zal zijn.
De VOORZITTER licht toe, dat geen enkel bureau een vast bedrag tevoren
kan opgeven. Het ligt in de verwachting, dat het bedrag voldoende zal zijn.
De heer VAR GASTEREN vraagt of de keuze van een ander bureau verband
houdt met het feit, dat er puin geruimd moet worden.
Voorheen zijn er andere opvattingen geweest. Ook de raad heeft andere
opvattingen gehad. Puin ruimen is te sterk uitgedrukt, aldus de VOORZITTER.
Het college heeft met betrekking tot de ruimtelijke ordening duidelijk een
ander beleid.
De heer VAR DUIJVENBODE merkt op, dat de gemeente al veel heeft uitgegeven
aan het ontwerpen van bestemmingsplannen buitengebied. Spreker vraagt welke
garantie de gemeente heeft, dat dit nieuwe bureau wèl een goed plan zal
brengen. Kan de gemeente geen clausule inbouwen, dat niet betaald wordt
als er geen goed plan wordt gemaakt.
De VOORZITTER zegt dat het college erop toe zal zien, dat goed werk wordt
geleverd. Spreker heeft hierin vertrouwen. De vinger zal aan de pols
gehouden worden.
De heer VAR BEEK vraagt of een ambtelijke werkgroep, welke thans is inge
steld voor de ruimtelijke ordening, niet een gewone werkgroep kan zijn,
zodat ook het bestuur hierin vertegenwoordigd is.
De VOORZITTER zegt, dat het de wens is van de ambtelijke werkgroep, dat er
een bestuurder bij komt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13. Ingekomen subsidieverzoeken van:
a. Stichting Internationaal Verzetscongres 1980 (classificatienr.
(preadvies nr.: 80.032)
De heer VAR BEEK merkt op, dat bij ongeveer 8.000 inwoners x 1-g- cent
dit geen 127,50 maakt.
De heer VAR BEEK kan zich niet verenigen met subsidieverlening aan