-8 - I
If
Het aanbrengen van een buitenverlichting is op de eerste plaats niet
bedoeld voor de verbetering van het onderwijs. Hierdoor kan wel het
schoolgebouw meer gebruikt worden in de avonduren. De Werkgroep ver
gadert geregeld in dat schoolgebouw in de avonduren. Spreker stelt de
volgende vragen:
a. Welke kosten zijn er gemoeid met het aanbrengen van de buitenverlichting?
b. Welke inkomsten vloeien eruit voort als extra inkomsten van de school
wegens gebruik in de avonduren van de gebouwen? Dit is ook weer van belang
voor de vaststelling van het exploitatiebedrag voor het bedrag per leer
ling.
c. Wordt de kostenopzet voorgelegd aan de inspecteur van het onderwijs?
d. Heeft de inspecteur het weigeringsrecht? Zo ja, kan dit aan de raad dan
worden medegedeeld?
Is het ook mogelijk om de lokalen van de openbare school multifunctioneel
te gebruiken en open te stellen voor andere doeleinden?
Verder wijst de heer VAN GASTEREN op artikel 73, derde lid, van de Lager-
onderwijswetwaarin o.a. is vermeld, dat indien de aanvrage strekt tot
uitbreiding of verbouwing, er door het schoolbestuur een verklaring moet
worden overgelegd tot storting van een waarborgsom. Spreker vraagt waarom
deze verklaring niet is overgelegd. M
Bij de beschikbaarstelling van de gelden, aldus de VOORZITTER, worden de
kosten voorgelegd aan de inspecteur. Het is gebruikelijk, dat het gemeente
bestuur het advies van de inspecteur volgt. Indien de wethouders een
ander standpunt zouden innemen, gezien de betrekking tot het schoolbestuur,
zal het derde lid van het college door een minderheidsstandpunt laten blijken
het hiermede niet eens te zyn0
De VOORZITTER zegt, dat de wethouders de zaken van het schoolbestuur en
de gemeente altyd uitstekend hebben gescheiden. Spreker heeft daar geen
enkel probleem mee. Indien iemand meerdere petten heeft, kan dit moeilijk
zijn, doch met elkaar komen we hier wel uit.
De VOORZITTER voorziet niet, dat uit de onderhavige aanvrage geen meer-
inkomsten voor het schoolbestuur voortvloeien. Spreker vindt het gewenst,
dat er goede verlichting is. Dit kan ook van invloed zijn op inbraak en
vernielingen. Als er bij de openbare school de Linde b.v. een aula bij zou
komen, dan kan men eventueel denken over een multifunctioneel gebruik.
In de gemeente is hier echter geen behoefte aan, daar men een ontmoetings
centrum heeft, hetgeen gebruikt kan worden.
De heer VAN BEEK merkt op, dat in het preadvies iets vermeld is, dat de
aanvrage betreft een beginselbesluit. Verder vraagt spreker zich af waarom
bij een beginselbesluit al niet een begroting van de kosten overgelegd kan
worden.
De VOORZITTER stelt, dat het belangrijk is, dat de kosten van tevoren
bekend zijn. Mede namens de wethouders kan de VOORZITTER zeggen dat getracht
wordt dit in het vervolg te doen.
De heer VAN GASTEREN merkt op, dat de bijzondere scholen inkomsten hebben
door het gebruik van de gymnastieklokalen door derden. De openbare school
heeft geen inkomsten door het gebruik door derden. Op grond van de gelijk
stelling van het openbaar- en het bijzonder onderwijs zou men dan niet
kunnen zeggen, dat de openbare school dan maar geen aula moet hebben.
De VOORZITTER gaat hier niet verder op in, doch zegt dat nader op het
multifunctioneel gebruik van scholen teruggekomen kan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
voor de vervanging van schoolborden t.b.v. de St. Bernardusschool
te Oud Gastel (classificatienr.-1.851.2.06.1")
(preadvies nr.; 80.02*5')