b. dat het college een discussienota maakt over wat is hoofdzaak,
wat is inhoudelijk en wat is niet inhoudelijk, waarbij de vragen
van de heer Van Gasteren, die nu overgelegd zijn, bij de discussie
nota worden gevoegd.
De heer VAD GASTEREN is tegen het vaststellen van de notulen, daar
deze in strijd zijn met de waarheid.
De heer VAN BEEK zegt dat het niet gaat om het vóór of tegen de notulen,
Als de bijlagen de volgende keer worden geleverd, dan kan op de notulen
worden teruggekomen. Spreker neemt niet aan, dat de op- en aanmerkingen
bij de notulen worden gevoegd, alleen ter kennisneming.
De VOORZITTER zegt, dat het er over gaat om beschouwingen, die leiden
tot een bepaalde uitspraak, al of niet in zijn geheel moeten worden
opgenomen.
De heer VAN BEEK zegt, dat de heer Van Gasteren zijn boekje te buiten
gaat. Hij mag aan- of opmerkingen maken over de inhoud van de notulen.
Los daarvan moet men de beschouwingen inzake de samenstelling van de
notulen zien. Dat heeft met deze notulen niets te maken.
De heer VAN BEEK is het wel met de strekking van hetgeen de heren
Van Gasteren en Van Duijvenbode zeggen eens. Er zitten hiaten in.
Spreker zegt dat hiervoor is gekozen. Als men daarvan af wil dan zal
er een gezamenlijk standpunt ingenomen moeten worden. Dat is op dit moment
niet ter discussie.
De VOORZITTER zegt, dat het de heer Van Gasteren gaat over wat behoort
nou tot het inhoudelijke en wat niet. Hierover verschillen verschillende
mensen van mening.
De notulen worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld met de wijziging
van de naam Van Gasteren in Van Duijvenbode, zoals eerder gezegd en een
eventuele toezegging van de voorzitter. De heer VAN GASTEREN wordt geacht
te hebben tegengestemd.
Het college zal tezijnertijd met een discussienota komen m.b.t. het in
houdelijke van de notulen.
Mededelingen
Mededeling nr. 2 ten aanzien van de uitbreiding van de Raad van Beheer
van de N.V. Sportfondsenbad, welke mededeling de heer VAN GASTEREN in
zijn geheel citeert, merkt spreker op, dat de verenigingen in het
bestuur zitting moeten hebben evenals bij het Veerhuis. Verder is het
niet zinvol om half vijf in de namiddag een vergadering te beleggen.
Spreker vindt onaanvaarbaar dat de verenigingen, welke deel uitmaken
van de gebruikers van het zwembad, geen zitting hebben in het bestuur,
temeer daar er een groot tekort is. Het is van belang, dat de verenigingen
mede bestuursverantwoording dragen.
De VOORZITTER merkt op, dat de belangen van de verenigingen ook behartigt
worden door de vertegenwoordigende leden van de raad, welke zitting hebben
in de Raad van Beheer.
Naar aanleiding van de desbetreffende vraag van de heer VAN GASTEREN, zegt
de VOORZITTER dat het niet juist is om de statuten te veranderen. Als er
voldoende inspraak wordt gegeven en royaal de gelegenheid wordt geboden
om de belangen te behartigen, is dit een even goede zaak.
De heer VAN DUIJVENBODE wil dat op de eerste plaats voldoende gelegenheid
wordt gegeven om de verenigingen hun zegje te kunnen laten doen in hun
belangen. Een goed overleg is belangrijk. Als dit niet kan of niet goed
functioneert, dan wil de heer VAN DUIJVENBODE wel meegaan met het voor
stel van de heer Van Gasteren om de statuten te wijzigen.
De VOORZITTER zegt toe de verenigingen de gelegenheid te geven hun belangen
te behartigen.