samenstelling van de notulen.
De heer VAN GASTEREN vraagt zich af of de secretaris in de tijd dat hij
zijn betoog heeft gemaakt, de band niet had kunnen afluisteren, temeer
daar bij bepaalde passages punten zijn aangegeven. De heer VAN GASTEREN
heeft op zichzelf geen bezwaar tegen het beknopt weergeven van het
gesprokene. In het verleden zijn daar talloze voorbeelden aan te halen,
waarin bijvoorbeeld persoonlijke aanvallen van het ene raadslid naar het
andere wel genotuleerd worden en vaak ook geëmotioneerde uitlatingen
worden genotuleerd, waar dan de tegenstander gebruik van kan maken.
Spreker denkt niet dat de secretaris partijdig is. Hy is ongetwijfeld
ook niet op naïeve wijze subjectief, maar hjj is wel opportunistisch.
Dat verwijt spreker de secretaris. Met betrekking tot het zakelijke en
beknopte wil spreker in overweging gevende VanDalen erop na te lezen.
Daaruit blykt wat er onder wordt verstaan. Met betrekking tot het
inhoudelijke kan hierover niet worden gediscussieerd als deze niet aan
de raad worden voorgelegd. De raad kan niet beoordelen of de op- en aan
merkingen van spreker terecht zijn. Er werden vorige maand toezeggingen
gedaan door de voorzitter, die niet in de notulen zijn opgenomen.
Spreker geeft graag gelegenheid om dit te bespreken. Met betrekking tot
de voorliggende notulen zóu spreker graag een vorm vinden waarin zijn
opmerkingen de volgende raadsvergadering alsnog in de notulen worden
opgenomen.
De VOORZITTER zegt dat het goed is, dat het college zich hierover beraadt
en dit dan in discussie brengt met de raad.
De VOORZITTER stelt nogmaals voor de notulen vast te stellen en dan
hierbij mee te nemen de naamsverwisseling en een eventuele toezegging
van de voorzitter kan worden nageluisterd.
Op een nader te noemen tijdstip kan dan een hiertoe betreffende nota
van burgemeester en wethouders worden besproken. De opmerkingen van de
heer Van Gasteren worden aan de leden van de raad ter beschikking gesteld.
De heer VAN GASTEREN kan hiermede niet akkoord gaan.
De heer VAN GASTEREN vindt dat de secretaris de ongeveer 15 punten alsnog
op de band dient na te luisteren en zijn bevindingen schriftelijk aan de
raad dient toe te zenden. Dan kan er de volgende keer een zinnige discus
die plaatsvinden. Wanneer dit eventueel zou gebeuren, laat de VOORZITTER
over aan de secretaris. Die maakt de werkindeling.
De heer VAN DÜIJVENBDDE maakt de kanttekening, dat hy ook wel drie kantjes
vol met opmerkingen had kunnen indienen. Spreker kan wel instemmen met
het inkorten van de notulen, anders gaat het teveel geld kosten. Het
inkorten van de notulen mag echter geen soort censuur worden ten gunste
van het college van burgemeester en wethouders. Daar lijkt het op in deze
notulen. Spreker wijst er de secretaris op, dat hy daarvoor moet waken.
Voordat men de verkeerde kant opgaat, merkt wethouder VAN MERRIENBOER op,
dat het Reglement van Orde moet worden gehanteerd. In artikel 10 staat,
dat indien de vergadering op- of aanmerkingen als gegrond erkent, worden
de verlangde wijzigingen aangebracht. Het is dus niet op verzoek van een
individueel raadslid. De raad moet de op- of aanmerkingen als gegrond
erkennen. Als de raad niet weet wat de op- of aanmerkingen zijn, dan is
het moeilijk een beslissing te nemen. Aan de raad moeten dan de op- of
aanmerkingen worden medegedeeld en de kans worden gegeven om deze te
bestuderen.
De heer VAN GASTEREN is het ermee eens, dat als men niet weet wat de
op- of aanmerkingen zijn, er niet zinnig over kan worden gediscussieerd.
De VOORZITTER zegt, dat ook het college er op dit moment niets zinnigs
van kan zeggen. Het college heeft ook zijn eigen tijdsindeling. Er zijn
andere dingen, die om voorrang vragen.
De VOORZITTER stelt voor:
a. de notulen, zoals die voorliggen, vast te stellen met daarbij gecorri
geerd de naamwisseling en de eventuele toezegging van de voorzitter;