meer inzicht wordt verschaft over het financiële reilen en zeilen van
het byzonder gewoon lager onderwys in onze gemeente over dat betreffende
jaar.
Overeenkomstig de L.O.-wet bepaalt de gemeenteraad voor 1 december
van het jaar, waarin de aanvrage is binnengekomen, het bedrag der
vergoeding waarop het schoolbestuur aanspraak heeft.
Thans zyn we eind februari. De gemeenteraad heeft derhalve nog 9 maanden
de tyd om (meer) inzicht te krijgen in het financiële reilen en'zeilen
van het byzonder gewoon onderwijs en op basis daarvan een gefundeerd
besluit te kunnen nemen. Overigens is het geheel begrijpelijk, dat het
schoolbestuur thans nog geen jaarrekening kon overleggen over het jaar
1979- Dat kan wellicht wél in augustus of september.
Ik wil het college dan ook in overweging geven, om dit voorstel, houdende
de vaststelling van de gemeentelijke exploitatievergoeding 1979 voor het
bijzonder gewoon lager onderwijs, terug te nemen en weer aan de gemeente
raad voor te leggen zodra de jaarrekening van het schoolbestuur door de
raad kan worden bekeken.
Ik merk hierbij nog op, dat het bijzonder gewoon lager onderwys over
1978 een exploitatietekort had. De tot 1978 door de gemeenteraad vastge
stelde bedragen per leerling waren - zo zou je kunnen konkluderen -
ontoereikend om te komen tot een redelijk verantwoord onderwijs.
Mijnheer de voorzitter, openbaarheid en openheid sta bij mij hoog in het
vaandel geschreven. Naar ik hoop ook bij het gemeente- en schoolbestuur.
Ik zou u dan ook willen vragen, te willen bevorderen, dat het school
bestuur in het vervolg verantwoording aflegt aan de bevolking. Ook deze
vorm van onderwijs wordt grotendeels betaald uit de gemeentelijke belas
tingen. Het lijkt me dan ook niet meer dan een recht - anno 1980 - dat de
belastingbetaler weet op welke wijze de onderwijsgelden worden besteed.
Overigens is dat thans een vanzelfsprekende zaak t.a.v. het openbaar
gewoon lager onderwijs in de gemeente. Ook bij deze vorm van onderwijs bestaat
er openbare kontrole en openbare verantwoording. Dit is een zeer goede
zaak
De VOORZITTER licht toe dat het geen verplichting is van het schoolbestuur
om de rekening over te leggen. De gemeente kan wel de rekening opvragen
en kontroleren. Spreker zegt dat het schoolbestuur jaarlijks de rekening
en verantwoording overlegt aan de gemeente.
De heer VAN GASTEREN merkt op, dat in artikel 96 van de Lager—onderwys—
wet 1920 staat, dat de gelden voor het onderwys overeenkomstig een
bestemming moeten worden gebruikt. De gemeente moet dan ook kunnen nagaan
of dit zo gebeurd is.
De heer VAN GASTEREN begrijpt niet waarom het college zo snel na afsluiting
van het jaar 1979 nu al met de vaststelling van de gemeentelijke exploitatie
vergoeding voor het jaar 1979 komt.
De VOORZITTER zegt dat het gebruikelijk is kort na afsluiting van het
dienstjaar de vergoeding vast te stellen. Indien de gemeenteraad zou
bepalen dat het college een andere weg moet volgen, b.v. door latere
vaststelling en na kontrole, dan zal het college hier gevolg aan geven.
De heer VAN GASTEREN maakt er een voorstel van om het onderhavige voorstel
terug te nemen.
Dit voorstel wordt door de raad niet gesteund.
Zonder hoofdelyke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9Vaststelling gemeentelijke exploitatievergoeding kleuteronderwijs
1979 classificatienr-1.891.1)
(preadvies nr.: 80.014)
Zonder hoofdelyke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.