- 7 -
Het tweede betreft agendapunt 12a.
Mevrouw MELSEN vraagt om de verslagen van de bezwaar- en beroepschriften
commissie bij de ingekomen stukken van de raad te leggen, teneinde te
kunnen nagaan of indieners van beroepschriften zijn gehoord. Tevens vraagt
spreekster of in het vervolg alle verslagen van alle commissies naar alle
raadsleden kunnen worden gezonden.
De VOORZITTER memoreert dat bij ieder bezwaarschrift het verslag van de
betreffende bezwaar- en beroepschriftencommissie wordt overgelegd.
Met betrekking tot het toezenden van alle commissieverslagen zegt de
VOORZITTER dat de verslagen dan eerst zouden moeten worden vastgesteld.
De heer SWEERE vraagt waarom de bouwaanvragen m.b.t. de voorliggende
beroepschriften niet aan de commissie R.O. zijn voorgelegd.
De VOORZITTER licht toe dat dit zal gebeuren, indien eventuele bouwver
gunningen zullen moeten worden verleend.
Daar de aanvrage van de heer P.B.J. Peeters duidelijk een weigering zal
blijven, zal deze nimmer in de commissie R.O. komen.
De heer SWEERE vraagt ook de situatie van de heer P.B.J. Peeters eerst
nader nog eens goed te overwegen en in verband hiermede de beslissing op
het bezwaarschrift van 15 juli 1980, ingekomen 16 juli 1980 t.a.v. de heer
P.B.J. Peeters met 2 maanden te verdagen.
Wethouder ERNEST kan zich hiermede niet verenigen, evenals de heren VAN
GASTEREN en VAN DUIJVENBODE.
Wethouder VAN MERRIENBOER heeft, nu het geen haast heeft, geen bezwaar tegen
het voorstel van de heer Sweere.
De VOORZITTER vindt dat met verdagen niets wordt verstoord.
De meerderheid van het college van burgemeester en wethouders neemt het
voorstel van de heer Sweere over.
De VOORZITTER brengt voornoemd verdagingsvoorstel in stemming.
Bij hoofdelijke stemming worden de volgende stemmen uitgebracht:
vóór stemmen: mevrouw Hendrickx en de heren Van Beek, Gelijns, Van Merrien-
boer, Moerings en Sweere, alzo 6 stemmen voor.
tegen stemmen: mevrouw Melsen en de heren Van Duijvenbode, Ernest, Van
Gasteren, Jansen en Oomen, alzo 6 stemmen tegen.
De stemmen staken, zodat de beslissing tot de volgende vergadering moet
worden uitgesteld.
Op grond van de Woningwet moet echter binnen 5 maanden door de raad op een
beroepschrift worden beslist.
Om uit de impasse te komen stelt de VOORZITTER voor, voor het verstrijken
van de 5 maanden een extra raadsvergadering te beleggen.
De VOORZITTER brengt hierna in stemming het voorstel onder punt "1" van
het preadvies nr. 80.097 met de bijbehorende ontwerp-besluiten terzake van de
beroepschriften van mevrouw J.M.E. Akkermans en mevrouw E.T.A.M. Peeters.
Conform dit voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke
stemming met algemene stemmen besloten.
12a. Voorziening ex artikel 51. lid 2 der Woningwet n.a.v. beroep
schrift van P.B.J. Peeters d.d. 22 september 1980 (classificatie-
nr.: -1.778.511)
(preadvies nr.: 80.097a)
Na agendapunt 12 stelt de VOORZITTER het nagezonden preadvies 80.097a,
agendapunt 12a, aan de orde.
De heer VAN GASTEREN verklaart zich akkoord met het voorstel. Verder
verlangt niemand het woord, zodat zonder hoofdelijke stemming met algemene
stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders is
besloten.