Nu in Oud Gastel sprake is van 56 bedden, de norm, dan is stichting van een bejaardenverzorgingstehuis in Oud Gastel zeer wel mogelijk. Ten aanzien van de plaats doet spreker de suggestie, nu het gemeentehuis in het plan Centrum-Meireweikes niet doorgaat, op deze plaats het verzorgingstehuis op te richten. Wethouder VAN MERRIENBOER ziet het niet zo pessimistisch in als de heer Moerings, immers de commissie ziet ook dat er een verzorgingstehuis moet komen, alleen is het punt de realisering op langere termijn. Wethouder VAN MERRIENBOER vindt het ook jammer, dat er geen verdere aanpak van het regionaal bejaardenwerk is in verband met een subsidiestop van C.R.M. In het bejaardenbeleid is ook een andere visie gekomen m.b.t. verzorging. Men staat nu op het standpunt, dat de bejaarde zo lang mogelijk thuis moet zyn. De gemeente heeft weinig bemoeienissen. Het werk en de verzorgingstehuizen gaan uit van particuliere stichtingen. Wethouder VAN MERRIENBOER deelt mede, dat het college op dit moment geen beleidsvisie op tafel kan leggen. Mede aan de hand van de opmerkingen van de raad op de nota bejaardenbeleid, zal het college nader terugkomen bij de raad met een standpunt. Ook de suggestie van de heer Van Beek om als verzorgingstehuis een dependance van De Zellebergen te creëren, wordt meegenomen bij de beoordeling van het college Wethouder VAN MERRIENBOER denkt dat het college dié maatregelen het eerst zal treffen, waardoor het meest effectief en het meest direct en snel t.b.v. de bejaarden iets gedaan kan worden. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Gasteren zegt wethouder VAN MERRIENBOER, dat ten aanzien van de plaatsing een indicatie moet worden gegeven door een zogenaamde indicatie-commissie. Hier worden stringente normen aangelegd. Wethouder VAN MERRIENBOER geeft aan, dat in 1978/1979 er slechts 4 bejaarden positief zijn geïndiceerd voor opname. Het gemeente bestuur heeft wel aandacht voor de bejaarden, bijvoorbeeld wordt ook gedacht aan hulp by maaltijden, gezinshulp enz. Alarmsysteem e.d., dit is ook een vori van verzorging. Wethouder VAN MERRIENBOER kan ook meegaan met de heer Van Gasteren, dat het gemeentebestuur aandacht moet hebben voor de bejaarden en niet de verzorging moet worden overgelaten aan buren en familieleden. Dit neemt niet weg, dat het een positieve zaak is, dat ouderen en buren zich aantrekke: van de bejaarden en diens verzorging. Alleen als het meer moet worden over gelaten aan deskundigen, dan kunnen de buren en familieleden dit niet meer doen. Ten aanzien van het voorontwerp-plan van de provincie voor de beerde: oorden zegt wethouder VAN MERRIENBOER, dat dit bij de gemeente ter inza^^? ligt. In dit provinciaal rapport is vermeld, dat iedere gemeente een verzorgingstehuis of een dependance zou dienen te hebben. Wethouder VAN MERRIENBOER wil ook de gedachte meenemen van mevrouw Hendrickx om de plaatselijke raad van het open bejaardenwerk nieuw leven in te blazen. Er zyn heel wat activiteiten, die door het open bejaardenwerk kunnen worden gedaan. Wethouder VAN MERRIENBOER kan ook meegaan met de heer Van Duyvenbode om nu al met de provincie te praten voor de realisering van een bejaarden- verzorgingstehuis, eventueel ook met andere instanties. Ook al om hier meer aandacht aan te geven, doch of realisering dan op korte termijn zal kunnen plaatsvinden is niet te zeggen. Wethouder VAN MERRIENBOER is ook gelukkig met het voorontwerp-plan-rapport van de provincie. De regionale indeling moet men wel vasthouden. Dan is te bezien waar de huizen moeten komen c.q. een dependance gesticht moet worden. Met betrekking tot een eventuele plaats, waar een verzorgingstehuis opgerich zou moeten worden, zoals de heer Van Duyvenbode zegt, wordt uiteraard nader bezien. De heer GELIJNS zegt, dat in het verleden kykendduidelijk is hoe het niet moet, Laat ons nu tot daden overgaan. De heer VAN BEEK sluit zich aan bij de opmerking van de heer Gelijns.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1980 | | pagina 186