- kk - Aan de orde is dus nu uitdrukkelijk de kwestie van de aanvrage die ingediend is door de stichting katholiek onderwijs waar dus de lokalen beschikbaar gesteld zouden worden. Ik zou in dit geval twee duidelijke erge strakke ronden willen hebben. Wie wenst het woord. Mijnheer VAN BEEK,mijnheer VAN GASTEREN, mevrouw HENDRICKX en mijnheer SWEERE. Mijnheer VAN BEEK. Op zich heb ik met het preadvies totaal geen moeite, zou het niet zo zijn, dat, daar heb ik toen net bij de ingekomen stukken al op geattendeerd, dat er een scholennota in aantocht is, eind mei, zou hij er zijn.Kreeg B en W een week uitstel, dus begin juni komt-ie er. Waarom dit dan apart behandelen. Waarom niet eerst wachten op die scholennota als die er is, zodat er een duidelijk overzicht is in datgene, wat er gaat komen en ook een duidelijk begrip gekregen gaat worden op datgene wat het totale onderwijs in de gemeente te bieden heeft. Dan zou je een afweging kunnen doen die misschien dezelfde resultaten heeft nu, maar dan gebaseerd op een aantal gegevens. Nu vind ik het een beetje primatuur om dit nu te behandelen, volgende maand de scholennota en daarna de aanvrage of problemen die zich zouden kunnen voordoen op een andere school. We hebben mijnheer VAN BEEK een heel vast gegeven hier. We hebben de leerkrachten, die zyti er en die blijven er, wat er dan ook gebeurt. Deze oplossing er is geen andere mogelijkheid voor, ik gaf straks aan wij zullen de scholennota, die zal aangeven wat wij op de midden-lange termijn moeten doen, maar voor de uiterst korte termijn blijft het improviseren zoals ik vorig jaar ook gezegd heb. Mijnheer VAN GASTERN Wel, mijnheer de VOORZITTER in het preadvies lees ik o.a. dat de Joannesschool stimuleringsschool is geworden Ik vind dat een verheugende zaak voor de ontwikkeling. Dat is m'n eerste positieve, ik hoor de heer VAN DUIJVEN- BODE lachen, dat is m'n eerste positieve inbreng Daar komt natuurlijk nog meer. Ik vraag me n.l. af mijnheer de VOORZITTER, juist, ik vraag me nlaf mijnheer de VOORZITTER in hoeverre je deze problematiek inderdaad,zoals de heer VAN BEEK ook al stelde kan bezien onafhankelijk van de hele lokale kwestie in onze gemeente. Ik vind dan ook dat die scholennota die in het vooruitzicht is gesteld en die heel toevallig te laat is, te laat om nog nu behan deld te worden, dat, dat je eigenlijk met die scholennota tot een behoorlijke discussie had kunnen komen hoe nou in de toekomst, en die heeft; het over een verre toekomst, althans zo interrumpeer ik dat. Hoe je in die toekomst kan komen tot een behoorlijke lokalen gebruik. Ik ben daar niet gelukkig mee met dit voorste^\om die reden omdat ik ook vind dat er zo van echt beleid geen sprake is. Het is wat onsamenhangend. We weten allemaal dat er nog meer scholen in deze gemeente staanyte trappelen van ongeduld min of meer om een lokaaltje et bij te krijgen, ook een eenvoudig vaklokaaltje. Ik heb c|an ook wel problemen er mee omdat het wederom betekent, bv,'dat het vaklokaal in die schippersschool wederom wordt gébruikt door de Linde, terwijl ik vind dat dat op praktische problemen stuit.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1980 | | pagina 110