- 38- In de tweede plaats ben ik niet erg gelukkig met u, min of meer suggererende opmerking dat dit te zou zijn te rekenen tot een agrarisch hulpbedrijf, omdat de wegen schoon gehouden moeten worden, toe nou. Neen, toe nou, ik heb het alleen vergeleken met een hulpbe drijf voor een aktiviteit. Ik heb het vergeleken met e«n ondersteuning van een agrarisch bedrijf, ban zeg ik, dan heb ik genoemd een bedrijf die combines en zo ver huurd, ik heb daarnaast gezegd, als u dan ook wegen heeft maakt ook een intergrerend deel uit van het bui tengebied, van het agrarisch gebied, hè, die wegen heb ben we ook nodig en die wegen moeten onderhouden worden dus dan vind ik het een logisch gevolg dat je daar ook toestaat dat er ondersteuningsbedrijven moeten komen. Ja, ik vind het toch gevaarlijk dat u dit in verband brengt met elkaar. Dat roept weer nieuwe ideeen op bij andere mensen die vinden dat ze ook zo erg ondersteunen. Nou het is vrij duidelijk vastgelegd hoor. Nou. Mevrouw HENDRICKX. Ja, ik vind de plaatsing op zichzelf niet verkeerd, het lijkt mij dus heel centraal te liggen. Alleen, het eerst wat ik dus gezegd heb is dus dat er een enclaveplan hierop rust en is mijn volgende vraag eigenlijk, kan dan op een gegeven moment de enclaveplan niet zo uitbreiden dat ge dan heel dat gebied,waar we toch eigenlijk, dus eigenlijk het grotor maken van het plan, om zo maar te zeggen, om die eventueel daar toch blijven zitten, door die scheven verhouding, die toch zou kunnen ontstaan, dan uit de weg is en dat er dan zekerheid komt. Men dunkt dat blijven wachten voor mensen die daar moeite mee hebben van de afwerking van het buitengebied totdat dat definitie! is, dan zou ik zeggen om dat dan in een keer mee te neinen, of dat dat mogelijk is. Neen, het is, het enclaveplan is exact zo groot als het moet zijn. Nog geen meter er bij.baar kan geen enkel aktiviteit op plaats vinden dan juist alleen dat depöt. Dus kans dat dat verder uitlcabbelt in een of andere richting is niet aanwezig. Mag ik vragen, wie van u wenst hoofdelijke stemming,over dit voorstel van het college. Niemand. Mag ik dan aannemen. Mijnheer van BEEK steekt z'n lampje aan. Ja hoor. Punt van orde. U mag van mij aantekenen dat ik er tegen ben met als stemverklaring dat ik dit soort infultraties in het buitengebied abso luut niet zie zitten, baar tegenover zie ik een aantal andere infultraties die veel minder storend werken in het buitengebied wel zitten en het prikkelt mij dat daar aari voorbij gegaan wordt, bank u wel. Stemverkla ring dat mijnheer VAN BEEK tegen is, nemen we aan dat dit voorstel is aangenomen.Mag ik aan de orde stellen agendapunt nr. 9, dat betreft verder gewestelijke taken op het terrein van de openlucht rekreatie. Mijnheer ERNEST zal proberen hier de vragen die u heeft te beant woorden. Ik ben toen net aan deze kant begonnen. Mag ik vragen hier, de heer SWEKRE, mijnheer VAN BEEK, en mijnheer OOMEN0

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1980 | | pagina 104