10 -
Datgene wat het C.D.A.-lid inbrengt is één tegen drie, en
maximaal twee tegen drie als hy de voorzitter meekrijgt. Spreker
wil in principe vragen of dat objectief bekeken wordt en
proeft nu al dat naar het fractielid van het C.D.A. geluisterd
zal worden en niet naar de commissie.
De heer SWEERE merkt op dat de fractie die dan kan voorbehouden
en dat is een bepaalde vrijheid, die vryheid is er ook voor de
V.V.D.
Wanneer het V.V.D.-lid op een gegeven moment in die commissie
tegen zal stemmen, zal dit door hem tegenover zijn achterban
verwoord worden en zal er een beslissing genomen worden in de
frac t ievergadering
De VOORZITTER meent dat de vraag isWordt er zondermeer ach
ter het standpunt van het commissielid geschaard of neemt ieder
individu nog een eigen standpunt in.
Spreker vertaalt het antwoord van de heer Sweere dat men naar
het betreffende lid van de commissie zal luisteren en daar
heeft spreker uit begrepen en het daar ook niet zo is dat men
persé alles wat in de commissie besproken is dat men door dik
en dun het standpunt van dat commissielid moet gaan volgen.
De heer SWEERE zegt dat dit niet juist is, of die persoon zou
zo gedwaald moeten hebben, dat de fractie zich er nooit mee
zou kunnen verenigen en dat het bovendien tegen een program zou
zyn. Spreker gaat in op een fractievergadering. Het lid van
de commissie heeft een hele zware stem en die kan zyn argumen
ten in de fractievergadering aandragen.
Spreker zegt verder die zaak met zyn drietjes te beoordelen,
en die hele kwestie zal ook in de fractie worden verdedigd, en
dat vindt spreker een juiste zaak.
Het is zo tot nog toe. Een fractie van het C.D.A. gaat mee met
hetgeen in de commissie besproken is.
De heer VAN BEEK wil hierop de volgende opmerking maken.
Hieruit proeft spreker heel duidelyk dat het fractielid van het
C.D.A. die in die commissie zou komen daar uiteraard het stand
punt van de fractie verdedigt. Dat is een democratisch recht,
maar het is ook een democratisch recht dat alsdan die commis
sie een besluit neemt by meerderheid dat er dan of geaccepteerd
wordt, en dat is 'sprekers vraag, en is in principe bereid er
zich daar achter te stellen öf zegt dan dat fractielid in z\jn
eigen fractie daarop weer terug, dat het heeft geprobeerd het
te verdedigen: het is niet gelukt; de meerderheid heeft dat be
sloten; het komt in de raad.
De fractie waar deze man dan uitkomt stemt dus tegen het voor
stel. En dan kan de heer Sweere zeggen tot nogtoe heeft het
C.D.A. zich altyd achter die besluiten van de commissie opge
steld, maar spreker zou dit in de notulen na moeten kyken én
dan komt het een en ander wel boven water, dat dat niet zo is.
De heer VAN DUIJVENBODE verklaart dat hy de heer Van Beek kan
verzekeren dat als er in een commissie dingen besproken worden
en die zyn volgens het program van het C.D.A. dat spreker
daar niet vanaf zal wyken.
De VOORZITTER gaat over tot schriftelijke stemming.
Er zyn speciale stembiljetten gemaakt, waarop één kolom met
de leden en één kolom met de plaatsvervangende leden zyn ver-