- 9 -
dat als in de gemeente bepaalde panden aangeboden worden aan
het gemeentebestuur, in overleg getreden wordt om die panden
te verwerven en dit dan aan de democratische gemeenteraad
voorleggen.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken met
algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders voor kennisgeving aangenomen.
-
8Aanwijzing leden en plv. leden van de commissie Openbare
Werken en Algemeen Welzijn classif icatienr-2.07.515)
(preadvies nr.79.077)
De heer VAN GASTEREN merkt op dat het preadvies eigenlijk niet
juist is, het zyn namelijk niet de raadsfracties C.D.A., Algemeen
Belang en Bejaarden, die besloten hebben om het aantal leden te
rug te brengen.
Volgens spreker zou dit moeten zyn C.D.A., Gemeentebelagen,
Werkgröep en Bejaarden.
Spreker merkt verder op dat de verordening van de commissie
Openbare Werken niet gewijzigd is. Deze commissie kan ook over
Ruimtelyke Ordening adviseren.
De heer GELIJNS merkt verder op dat de benaming "Algemeen Be
lang" moet zyn "Gemeentebelangen".
De heer VAN BEEK merkt naar aanleiding van de indeling van de
commissies op dat in het preadvies by de commissie Algemeen
Welzyn zyn opgenomen de heren van Duijvenbode, van Beek, van Gas
teren en Dooqien. Spreker moet aan de ene kant geloven dat dit
een commissie is waar drie oppositiemensen in zitten en aan de
andere kant waar twee oppositiemensen in zitten.
Spreker wil graag weten of dit een werkbare commissie wordt of
een commissie die er alleen maar voor de show zit en waarna de
raad datgene wat in de commissie besloten is weer kan afwijzen.
Spreker heeft er totaal geen behoefte aan in een commissie te
zitten die alleen maar voor de show bestaat.
De VOORZITTER deelt hierop mede dat het commissies worden die
heel serieus met hun werk bezig zullen zijn.
De heer VAN BEEK verzoekt via de voorzitter om van de voorzit
ter van het C.D.A. zyn visie te vernemen. Het kan met "ja" of
"nee" beantwoord worden.
De VOORZITTER zegt hierop dat dit erg moeilijk is om op deze ma
nier een discussie aan te gaan.
De VOORZITTER kent de mening van dé heer Sweere als lid van de
commissie Ruimtelyke Ordening waar hy exact deze verklaring heeft
overlegd en dat is door de leden van de commissie Ruimtelyke
Ordening onderschreven.
De heer VAN DUIJVENBODE zegt dat dit punt niet aan de orde is.
De heer SWEERE zegt dat zij een lid in de commissie Algemeen
Welzyn hebben zitten en men uiteraard bereid is om hetgeen wat
dat lid daar inbrengt in de commissie, dat hy dat in de fractie
van het C.D.A. kan verwoorden én dat daar over een verklaring
afgelegd zal worden, waarna dat wordt aangenomen.
De heer VAN BEEK merkt op dat hy niet naar de inbreng van het
C.D.A.-lid in de commissie vraagt, maar naar het commissiestand
punt