- 2 -
Als ik echter op pag. 8 punt 9 de samenvatting lees van de dis
cussie dan kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat hele stuk
ken uit de discussie niet zijn terug te vinden in de notulen.
Met name heb ik duidelijk gesteld dat de groeperingen Bejaarden,
Gemeentebelangen en in zekere zin ook de Werkgroep aan kiezers
bedrog deden door zich in de raad als C.D.A.ers te ontpoppen.
Dit spel, om in aanmerking tekomen voor een zetel in de commis
sies, is wel degelijk ter discussie geweest.
Als nu met het samenstellen van de notulen de goede opmerkingen
van de ene partij en de slechte opmerkingen van de andere party
worden weggelaten, dan zou de indriik kunnen ontstaan dat alle
raadsleden uit een partij komen.
Persoonlijk heb ik niet de behoefte om als een gryze (kleurloze)
middenmoter versleten te worden, vandaar dat ik een dringend be
roep op u doe om in het vervolg meer aandacht te besteden aan
de opmerkingen die (tydens de discussie) worden gemaakt.
Rest mij nog de opmerking dat t.a.v. agendapunt 9 wethouder
Ernest tegen het meerderheidsvoorstel is en dan vervolgens uit-
een zet dat hij na overleg met de meerderheid van de overgrote
meerderheid zich hiermee kon verenigen.
Als iemand van het college my dat kan uitleggen zou ik hem zeer
erkentelijk zijn.
Namens de voorzitter geeft de SECRETARIS het volgende antwoord
van het college van burgemeester en wethouderseerste vraag)
Getracht wordt in de notulen alles zo goed mogelyk weer te geven.
Het gaat echter om de hoofdzaken.
Het gestelde "de meerderheid van de overgrote meerderheid" is
juist
De toelichting hierop:
"Overgrote meerderheid" is een ruime meerderheid van de raad,
waarmede overleg is gepleegd. De voorgestelde samenstelling van
de commissie is een meerderheidsvoorstel van genoemde "ruime meer
derheid"
De tweede vraag van de heer VAN BEEK luidt als volgt:
Ik heb opgemerkt dat de sociale kontakten met de bevolking ver-
minderen als de vergaderingen in het ontmoetingscentrum worden
gehouden omdat de Gastelaar de weg naar het Veerhuis niet weet
te vinden.
Tevens is door mij opgemerkt dat met name de kontakten na de
raadsvergaderingen slechter zouden worden omdat er een aantal
mensen wél naar de plaatselijke horeca komen maar niet naar het
Veerhuis
De voorzitter heeft hierop duidelijk laten weten dat het de be
doeling is om na een raadsvergadering in het Veerhuis de zaak
dicht te doen om zodoende de mensen in de gelegenheid te stelten
de oude traditie voort te zetten.
Pas né. deze opmerking is door de meerderheid van de raad beslist
om in te stemmen met het preadvies.
Deze opmerking is van wezenlijke invloed op het besluitvormings
proces en dient als zodanig genotuleerd en nageleefd te worden.
Het antwoord op deze tweede vraag is als volgt:
Indien na een raadsvergadering in het Veerhuis de traditie moet
worden gehandhaafd dat de ontmoeting daarna in de plaatselijke