- 19 De heer SWEERE zegt het volgende. Mijnheer de voorzitter, Op 10 april 1979 is er een verzoek ingediend door de oudereommissie van de openbare school om te komen tot de oprichting van een open bare kleuterschool. Nauwelijks veertien dagen later zijn we nu, en het verzoek ligt, verwerkt in een preadvies, voor ons. De compli menten aan het college en aan de afdeling onderwijs voor deze voort varende wijze van handelen. Wij zijn dat nogal eens een keer anders gewend in onderwijszaken. Aan het voorstel zitten nog wel enkele bezwaren. De stichtingsnorm van 30 kleuters wordt slechts voor 2/3 deel gehaald. Dat de stichtingsnorm in de toekomstige jaren niet ge haald zal worden moge blijken uit het feit dat op de aanmeldings- lijsten slechts 41 kinderen vermeld staan uit de leeftijd O t/m 5 jaar en 6 maanden. Verder hebben we allemaal gehoord van de bezuinigingen in het kader van Bestek '81. Gezien de hoge kosten die de stichting van een kleuterschool met zich meebrengt en de geringe kans dat de school dat aantal kleuters krijgt, nodig om zich conform art. 11 van de Kleuter onderwijswet te kunnen handhaven, vraag ik me af hoe de onderwijsraad de Kroon in deze zaak zal adviseren? Naar aanleiding van dat art. 11 wil ik u vragen, of de gemeente aansprakelijk gesteld kan worden voor de kosten indien een dergelijke kleuterschool moet worden gesloten om reden dat het aantal kleuters nodig oni dë school draaiende te houden niet gehaald wordt. Dat de openbare lagere school "de Linde" de mogelijkheid moet hebben om in 1983 uit te kunnen groeien tot een volwaardige basis school is een uitstekend argument. Bevordering van de integratie van het kleuter- in het basisonderwijs stond in ons verkiezings program reeds hoog genoteerd. Wij, als CDA vinden dat dit én voor het openbaar én voor het bij zonder onderwijs mogelijk gemaakt moet worden. Het is echter jammer te moeten constateren dat er van de zijde van het ministerie weinig of geen faciliteiten geboden worden om de integratie te bevorderen. Dit heb ik onlangs vernomen van dezelfde inspecteur van het lager- en kleuteronderwijs, die in deze zaak gunstig heeft geadviseerd. Toen ging het echter om Katholiek Onderwijs. Omdat het boekjaar van de school van januari tot januari loopt en de school in augustus is gestart, vraagt mevrouw HENDRICKX of dit financiële consequenties met zich mee kan brengen voor het onderwijs. De heer VAN GASTEREN vindt het wat benedenmaats, dat de heer Sweere juist nu Bestek '81 tevoorschijn haalt, om eens een keer die gedrags lijn te gaan volgen. Wat de bezuinigingen betreft, zegt de VOORZITTER dat dit door de Stichting Katholiek Onderwijs, de gemeente en eenieder die hierbij betrokken is, besproken dient te worden i.v.m. lokalen. Spreker wijst er op, dat de gemeente een belangrijke taak heeft, zij moet zorgen voor voldoende onderwijs en vrijheid van onderwijs. Op de vraag van de heer Sweere of de gemeente aansprakelijk wordt gesteld indien een dergelijke school gesloten wordt, zegt de VOOR ZITTER dat nagezien zal worden, welke financiële risico's de gemeente hierbij heeft. Op de desbetreffende vraag van mevrouw HENDRICKX antwoordt de VOORZITTER dat waarschijnlijk de uitkering vanaf 1 januari zal komen, maar hier zal nog nadere informatie over gegeven worden. Volgens spreker is de beste weg Bestek '81. Nu gaat het er om of de inspecteur van het kleuter- en lager onderwijs en het ministerie

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1979 | | pagina 68