II
- 14-
perceel zal worden gegeven.
De VOORZITTER deelt mede dat dit nader wordt bekeken. De raad
heeft in ieder geval inspraak. Het is een agrarisch gebied.
De provincie gaat niet langer akkoord met burgerbouw en industrie
in agrarisch gebied. Het is een vrij heet hangijzer.
De heer MARCELISSEN meent dat indien bedrijfsgebouwen uitgebreid
mogen worden het des te harder nodig is datareen bedrijfswoning bij
komt
Spreker zegt dat de heer Peeters geen woning heeft behorend by
het bedrijf en stelt daarom dat daar dus een bedrijfswoning bijgebouwd
mag worden.
De VOORZITTER voegt hieraan toe dat de bestaande woning 15 maanden
geleden van het bedrijf is afgestoten; de woning heeft 47 jaar by
het bedryf behoord. De woning is verkocht.
De heer VAN GASTEREN vraagt of de heer Peeters een toezegging had
om te mogen bouwen. Zo ja, dan moet deze gestand worden gedaan.
Echter is 15 maanden geleden kennelijk een woning gekocht om te
worden aangemerkt als bedrijfswoning. Over verwachtingen kan de
VOORZITTER geen uitspraak doen. Er zijn zeker 10 tot 12 mensen ge
weest die stellen een toezegging te hebben gehad. Misschien dat er
een of andere suggestie is gedaan. Er kunnen op een gegeven moment
ideeën aangedragen worden. Op dit moment is er geen legale mogelyk-
heid aanwezig. Aan een illegale zaak mag spreker niet meewerken.
De heer VAN DUIJVENBODE maakt de kanttekening dat de tekeningen
niet kloppen.
De VOORZITTER zegt dat het betreft niet bijgewerkte kadastrale
ondergronden, welke bij het voorbereidingsblan de Stoof zyn gebruikt.
De heer VAN DUIJVENBODE vraagt of de heer Peeters een bouwvergun
ning heeft tussen de percelen 54 en 56. Dat is de VOORZITTER niet
bekend
Voor mevrouw HENDRICKX is het duidelijk dat er in het landelyk
gebied geen woning gebouwd kan worden. Spreekster staat achter
het preadvies van burgemeester en wethouders.
De heer VAN BEEK vraagt de wethouders of het deze bekend is of
er verwachtingen gewekt zijn.
Wethouder ERNEST verklaart dat vanuit het college geen enkele
toezegging is gedaan.
De heer VAN BEEK merkt op dat er meerdere gelijksoortige zaken
spelen; een erfenis van de vorige raad (niet van de vorige burge
meester of een vorige wethouder)Men zit nu op de drempel van de
twijfelgevallen. Een inventarisatie van toezeggingen zou noodzakelijk
zyn, om te voorkomen, dat over enkele jaren nog moeilykheden kunnen
ontstaan. Men kan dan met een schone lei door.
De VOORZITTER zegt dat men strak in de leer moet zijn. Duidelijke
toezeggingen zijn zelfs te honoreren. Er moet evenwel een duidelyk
beleid zijn. Spreker zal nooit medewerken waar het niet kan. Als er
een mogelijkheid is toezeggingen te legaliseren zal dit worden ge
daan.
De heer VAN BEEK leest een "toezeggingsbriefvan het gemeente
bestuur voor waarin de bouw van een vrijstaande woning c.q. bungalow
conform het vigerend bestemmingsplan (hoofdzaak) is toegestaan.
Spreker vraagt of we aan zo'n brief voorbij kunnen gaan.
Kan de onderhavige aangelegenheid naar beider tevredenheid door
burgemeester en wethouders uit de doeken worden gedaan? Spreker
meent van wel.
De VOORZITTER ontkent dit.